Naar boven ↑

Update

Nummer 8, 2022
Uitspraken van 02-10-2022 tot 18-10-2022

Hierbij ontvangt u de Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates, waarin vijf uitspraken zijn opgenomen.

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

ECLI:NL:TADRARL:2022:215: Opvragen uittreksel klager
Een advocaat vraagt in een tegen hem aangespannen tuchtrechtelijke procedure bij de gemeente een uittreksel op met daarin de naam-, geboorte-, adres- en huwelijksgegevens van klaagster. De raad oordeelt dat de advocaat misbruik heeft gemaakt van zijn positie als advocaat door het betreffende uittreksel op te vragen voor zijn eigen verweer. Bewijsvergaring mag geen reden zijn voor het opvragen van een dergelijk uittreksel. Omdat de advocaat zich in zijn processtukken ook onnodig grievend jegens klaagster had uitgelaten, legt de raad een berisping op.

ECLI:NL:TADRSHE:2022:145: Nazorg
Een advocaat laat twee beroepstermijnen ongebruikt verstrijken. Hij verzoekt de cliënt hem aansprakelijk te stellen en brengt zijn verzekeraar op de hoogte. Daarna verlaat hij zijn kantoor, draagt de zaken van de cliënt over aan een kantoorgenoot en laat niet meer van zich horen. De cliënt voelt zich aan zijn lot overgelaten en klaagt daarover. De raad stelt hem in het gelijk en overweegt dat er op een advocaat in dergelijke omstandigheden een plicht tot nazorg rust. De enkele erkenning van een beroepsfout is onvoldoende. De advocaat had de overnemende advocaat en met name de cliënt beter moeten informeren over de staat van het dossier en actief mee moeten blijven werken aan een oplossing van de door zijn nalaten ontstane problemen. De raad legt een berisping op.

ECLI:NL:TADRAMS:2022:200: Schikkingsonderhandelingen
In een huurzaak die voor vonnis staat, proberen partijen alsnog te schikken. In dat kader corresponderen zij per e-mail met elkaar, met de griffier van de rechtbank in cc. In een van deze e-mails verwijst de beklaagde advocaat naar het schikkingsvoorstel dat al tijdens de comparitie is besproken. De wederpartij acht dit strijdig met gedragsregel 27, dat het doen van mededelingen over schikkingsonderhandelingen verbiedt. De raad gaat daarin niet mee en acht de klacht ongegrond, nu het ‘gaat om het nuanceverschil dat het een schikkingsvoorstel betreft dat ook al tijdens de comparitie is gedaan, het niet tussen partijen buiten de rechter om tot stand is gekomen, en verweerster de rechtbank de volgende dag heeft verzocht de bewuste e-mail als niet-verzonden te beschouwen’.

ECLI:NL:TADRAMS:2022:197: Onttrekking voor uitstel
Een klacht tegen de achtergrond van een aantal hoog opgelopen geschillen tussen bestuurders/aandeelhouders. In een in dat kader gevoerde procedure bij de rechtbank onttrekt de advocaat van een van de strijdende partijen zich de dag voordat zij moet concluderen. Ze blijft op dat moment wel aan als advocaat in een ander geschil bij de Ondernemingskamer. De advocaat geeft toe dat zij zich heeft vergist in de datum waarop zij had moeten concluderen. Zij zag daarom geen andere mogelijkheid dan zich in het belang van haar cliënten te onttrekken om een akte niet dienen te voorkomen. De raad oordeelt dat hoewel het onttrekken is gebeurd in het belang van de cliënten, dit toch tuchtrechtelijk verwijtbaar was. Onttrekking is niet bedoeld om uitstel te verkrijgen voor het indienen van de conclusies, aldus de raad. De klacht is gegrond, maar een maatregel wordt niet opgelegd.

ECLI:NL:TADRARL:2022:238: Contact zoeken via LinkedIn
Een advocaat is in privé betrokken bij een burenruzie. Via het sociale medium LinkedIn benadert zij de zoon van de buurman met wie zij ruzie heeft. Zij geeft, naar waarheid en zonder in details te treden, aan dat zij de advocaat is van het bedrijf waar de zoon werkt. Ook schrijft zij graag met de zoon in gesprek te willen komen. In de klachtprocedure licht zij toe dat te hebben gedaan omdat zij zich zorgen maakte om de escalerende burenruzie en aan de zoon wilde vragen of hij kon bemiddelen. De vader/buurman klaagt dat dat haar niet vrij stond en onbehoorlijk was. De voorzitter van de raad acht de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, maar het verzet daartegen slaagt. De raad oordeelt dat het de advocaat in deze privékwestie vrij stond om de zoon op deze wijze te benaderen, al acht de raad het onverstandig dat daarbij is vermeld dat zij de advocaat van de werkgever van de zoon was. De klacht is daarom alsnog ongegrond.

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)

1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt

2. Eigen advocaat

3. Advocaat wederpartij

16. Rol deken