Rechtspraak
Uitspraakdatum
30-10-2017
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2017:201
Zaaknummer
170287
Inhoudsindicatie
Op grond van artikel 56 lid 3 van de Advocatenwet dient het hoger beroepschrift voorzien te zijn van gronden. In het beroepschrift staat in de eerste alinea vermeld dat het beroep betrekking heeft op de beslissingen van de raad d.d. 21 september 2017, kenmerken 17-540 en 17-541, maar in het kenmerk van het beroepschrift wordt alleen gerefereerd aan een hoger beroep in de zaak met nummer 17-540, wordt in de tweede alinea melding gemaakt van één beslissing waartegen beroep wordt ingesteld en wordt als “productie 1: bestreden beslissing d.d. 21-9-2017” alleen een kopie van de uitspraak in de zaak met nummer 17-540 overgelegd.
Inhoudsindicatie
Voorts wordt in het lichaam van het beroepschrift noch elders in de gedingstukken uiteengezet op welke gronden de beslissing van de raad in de zaak met nummer 17-541 onjuist zou zijn en een andere beslissing moet volgen. Dit alles afwegend is de voorzitter van oordeel dat de door verweerder aangevoerde beroepsgronden enkel betrekking hebben op de beslissing in de zaak met nummer 17-540 en niet op de beslissing in de zaak met nummer 17-541, zodat het beroep in de zaak 17-541 kennelijk niet-ontvankelijk is en dient te worden afgewezen.
Uitspraak
Beslissing
van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 30 oktober 2017
in de zaak 170287
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
deken
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 21 september 2017, nummer 17-541, aan partijen toegezonden op 21 september 2017, waarbij het dekenbezwaar in beide onderdelen gegrond is verklaard en aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau is opgelegd.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 20 oktober 2017 ter griffie van het hof ontvangen.
3 DE BEOORDELING
3.1 Op grond van artikel 56 lid 3 van de Advocatenwet dient het hoger beroepschrift voorzien te zijn van gronden. In het beroepschrift staat in de eerste alinea vermeld dat het beroep betrekking heeft op de beslissingen van de raad d.d. 21 september 2017, kenmerken 17-540 en 17-541, maar in het kenmerk van het beroepschrift wordt alleen gerefereerd aan een hoger beroep in de zaak met nummer 17-540, wordt in de tweede alinea melding gemaakt van één beslissing waartegen beroep wordt ingesteld en wordt als “productie 1: bestreden beslissing d.d. 21-9-2017” alleen een kopie van de uitspraak in de zaak met nummer 17-540 overgelegd.
Voorts wordt in het lichaam van het beroepschrift noch elders in de gedingstukken uiteengezet op welke gronden de beslissing van de raad in de zaak met nummer 17-541 onjuist zou zijn en een andere beslissing moet volgen.
3.2 Dit alles afwegend is de voorzitter van oordeel dat de door verweerder aangevoerde beroepsgronden enkel betrekking hebben op de beslissing in de zaak met nummer 17-540 en niet op de beslissing in de zaak met nummer 17-541, zodat het beroep in de zaak 17-541 kennelijk niet-ontvankelijk is en dient te worden afgewezen.
BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
wijst af het door verweerder tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 21 september 2017, nummer 17-541 ingestelde hoger beroep.
Aldus beslist door mr. T. Zuidema, voorzitter, en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2017.
Voorzitter
Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.
Het Hof van Discipline is gevestigd te Den Haag aan de Kneuterdijk 1.
Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 85452, 2508 CD Den Haag.
Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 088 2053777.
De beslissing is verzonden op 30 oktober 2017