Naar boven ↑

Rechtspraak

Niet voldaan aan aanwijzing deken, ernstig tekort geschoten t.o. cliƫnt

De deken heeft hem op 10 januari 2017 verzocht uiterlijk 13 januari 2017 te berichten dat de aansprakelijkstelling door KDV was gemeld bij de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar en voorts om binnen drie weken inhoudelijk te reageren op de door KDV ingediende klacht. Verweerder heeft uiteindelijk op 20 januari 2017 de klacht gemeld bij zijn tussenpersoon en dus, gelet op het verzoek van de deken, te laat. Inhoudelijk heeft hij helemaal niet op de klacht gereageerd. Hoe verweerder kan stellen dat hij niet klachtwaardig heeft gehandeld met betrekking tot de melding aan de aansprakelijkheidsverzekeraar en dat het klachtonderdeel dat daarop betrekking heeft ongegrond dient te worden verklaard, ook omdat KDV er geen gevolgen van heeft ondervonden, is voor het hof niet begrijpelijk. Gedragsregel 37 laat niets aan duidelijkheid te wensen over, verweerder had aanstonds na 10 januari 2017 en uiterlijk op 13 januari 2017 de klacht moeten melden bij zijn verzekeraar en daarvan de deken op de hoogte dienen te stellen (…)Onderdeel b) van het dekenbezwaar betreft de dienstverlening van verweerder aan KDV. De deken verwijt verweerder dat zijn dienstverlening volstrekt ondermaats is geweest in de zaken die hij voor KDV heeft behandeld, aangezien hij niet of onvoldoende heeft gecommuniceerd met KDV, zijn financiële beheer onfatsoenlijk is geweest en hij niet of onvoldoende is opgekomen voor de belangen van KDV. Het hof doet heden uitspraak in de zaak van KDV, met nummer 170288. In die beslissing wordt het hoger beroep verworpen dat verweerder heeft ingediend tegen de gegrondverklaring door de raad van alle door KDV ingediende klachtonderdelen en wordt de aan verweerder door de raad opgelegde schorsing in de uitoefening van de praktijk van 26 weken bekrachtigd. Dat betekent dat het verwijt dat verweerder jegens KDV ernstig tekort is geschoten in de kwaliteit van de dienstverlening die van hem als een redelijk handelend advocaat verwacht mocht worden, in stand blijft (…)Verweerder heeft ter zitting van het hof verklaard zich per 15 maart 2018 te laten uitschrijven van het landelijk advocatentableau. De privéomstandigheden van verweerder zijn de afgelopen jaren zwaar voor hem geweest. Daarom neemt hij enige tijd rust en vertrekt hij enkele maanden naar het buitenland. In de toekomst wil hij graag weer als advocaat in loondienst gaan werken. Verweerder verzoekt hiermee rekening te houden en de schrapping van het tableau die door de raad aan hem is opgelegd om te zetten in een lichtere maatregel. Hoewel het hof begrip ervoor heeft dat de persoonlijke omstandigheden van verweerder in de afgelopen jaren niet gemakkelijk zijn geweest, ziet het hof geen aanleiding een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan. De verweten gedragingen acht het hof zeer ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar. Vooralsnog heeft verweerder het hof niet ervan kunnen overtuigen dat na een rustpauze van enige tijd zijn wijze van praktijkvoering en zijn beroepshouding in positieve zin zal veranderen. (schrapping bekrachtigd)