Naar boven ↑

Update

Nummer 7, 2022
Uitspraken van 14-08-2022 tot 26-10-2022

Hierbij ontvangt u de Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates, waarin zeven uitspraken zijn opgenomen.

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

ECLI:NL:TADRAMS:2022:157, ECLI:NL:TADRAMS:2022:156 en ECLI:NL:TADRAMS:2022:155: kengetallen
Een drietal, op dezelfde dag gewezen en inhoudelijk nagenoeg identieke uitspraken. Het gaat om dekenbezwaren wegens het niet aanleveren van de financiële kengetallen. De raad acht dat in strijd met de betamelijkheid en met gedragsregel 29. Het overlijden van de boekhouder, de coronapandemie, de niet-onderbouwde stelling dat de cijfers wél zouden zijn aangeleverd noch depressieve klachten bij de beklaagde advocaat worden door de raad als steekhoudend verweer geaccepteerd. Naast een berisping wordt ook een voorwaardelijke boete van € 2.500 opgelegd, die niet hoeft te worden betaald als binnen vier weken de cijfers alsnog zijn aangeleverd.

ECLI:NL:TADRARL:2022:200: schrapping wegens schenden geheimhouding
Een oud-advocaat openbaart in de media dat een voormalig cliënt heeft bekend verantwoordelijk te zijn voor een decennia geleden gepleegde moord op een kind. Dat is gebeurd zonder voorafgaand overleg met de deken en, aldus de advocaat, ‘om de nabestaanden duidelijkheid te verschaffen’. De raad acht dit een ernstige schending van de geheimhoudingsplicht waar in de gegeven omstandigheden geen enkele rechtvaardiging voor bestond. De raad schrapt de oud-advocaat van het tableau, daaraan toevoegend dat dat mede gebeurt in de hoop dat dat ‘in de richting van de beroepsgroep en de maatschappij ook een normbevestigend effect zal hebben’.

ECLI:NL:TADRSGR:2022:143: schadevergoeding
Een klacht inzake belangenverstrengeling, tekortschietende bijstand en een onaangekondigde verhoging van het uurtarief. De klager verzoekt bij de raad ook om een hoge schadevergoeding. De raad verklaart alle klachtonderdelen gegrond. Ten aanzien van de schadevergoeding overweegt de raad dat op grond van artikel 48b Advocatenwet een schadevergoeding van maximaal € 5.000 kan worden toegekend. Nu klager in deze kwestie meer dan € 50.000 aan declaraties had betaald voor ondermaats werk wijst de raad de maximale schadevergoeding toe, en geeft aan dat dat klager zich voor het overige kan wenden tot de civiele rechter.

ECLI:NL:TAHVD:2022:142: schikking ter zitting
Soms hanteert het hof van discipline het procesrecht vindingrijk – en niet per se inefficiënt. Een strafadvocaat stelt te laat hoger beroep in. In eerste aanleg erkent zij dat ruiterlijk en schakelt direct haar verzekeraar in. Aan haar worden niettemin een waarschuwing en een kostenveroordeling opgelegd. In hoger beroep (uit de uitspraak lijkt te volgen dat dat beroep door de klager is ingesteld, maar dat kan een verschrijving zijn) wordt een zitting gepland. Ter zitting van het hof wordt een betalingsregeling getroffen die naast de tuchtrechtelijke ook de civielrechtelijke gevolgen omvat van de door de advocaat gemaakte beroepsfout. Naar aanleiding daarvan trekt de klager zijn klacht in en vernietigt het hof de beslissing van de RvD, inclusief de daarbij uitgesproken proceskostenveroordeling, en bepaalt dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.

ECLI:NL:TADRAMS:2022:154: misbruik van procesrecht tuchtrechtelijk verwijtbaar?
In een geschil tussen twee ondernemingen dient een advocaat een faillissementsrekest in tegen de wederpartij. Het verzoek tot faillietverklaring wordt door de rechtbank afgewezen, onder meer omdat klager niet verkeerde in een toestand van te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank oordeelt ook dat de (cliënt van de) om faillissement verzoekende advocaat misbruik van procesrecht maakte door het faillissement van klager aan te vragen en door te zetten. De raad oordeelt dat het een advocaat, mede gelet op de hem toekomende vrijheid in het behartigen van de belangen van de cliënt, niet kan worden ontzegd een poging te wagen om ter verkrijging van voldoening het middel van de faillissementsaanvraag in te zetten. Uit de omstandigheid dat de rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van misbruik van procesrecht kan volgens de raad niet bij voorbaat worden afgeleid dat er tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld.

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)

1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt

2. Eigen advocaat

3. Advocaat wederpartij