Naar boven ↑

Update

Nummer 2, 2019
Uitspraken van 18-02-2019 tot 11-03-2019

Hierbij ontvangt u de tweede nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates. 

In deze tweede editie van de nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates zijn vijf uitspraken van de Raden van Discipline geselecteerd. Deze uitspraken zijn gedaan in de periode van 18 februari tot en met 11 maart 2019.

Onder het kopje 'Selectie uitspraken' wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje 'Samenvattingen" vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

De eerste uitspraak, ECLI:NL:TADRAMS:2019:44, ziet onder andere op de onderlinge verhouding tussen advocaten. De Raad van Discipline oordeelt niet alleen dat verweerder een factuur tot verrekening had moeten voldoen maar ook dat van hem verwacht had mogen worden dat hij zijn excuses zou maken. Het wordt verweerder zwaar aangerekend dat hij door zijn stilzwijgen een andere advocaat heeft benadeeld en efficiënte klachtbehandeling door de deken onmogelijk heeft gemaakt.

De tweede uitspraak, ECLI:NL:TADRSHE:2019:30, gaat in overweging 5.7. en 5.8. over de situatie waarin verweerder in confraternele correspondentie een tegenvoorstel tot schikking heeft geponeerd terwijl hij wist dat zijn cliënt het kort geding wilde voortzetten. Ook heeft verweerder deze correspondentie destijds niet met zijn cliënt gedeeld.

De derde uitspraak, ECLI:NL:TADRSHE:2019:31, is geselecteerd vanwege overwegingen 5.4 en 5.5. Daarin oordeelt de Raad van Discipline dat een onjuiste veronderstelling over een (mogelijke) aanspraak op gefinancierde rechtsbijstand als gevolg van gebrekkige voorlichting voor rekening komt van verweerder. Van een welbewuste keuze van de cliënt om af te zien van gefinancierde rechtsbijstand is dan geen sprake.

De vierde uitspraak, ECLI:NL:TADRAMS:2019:45, is geselecteerd vanwege overweging 5.3, waarin wordt ingegaan op het overgangsrecht met betrekking tot confraternele correspondentie.

De vijfde uitspraak, ECLI:NL:TADRARL:2019:28, ziet op handelen van een advocaat in een andere hoedanigheid, te weten die van aandeelhouder en bestuurder van een vennootschap. Door ten behoeve van de vennootschap gebruik te maken van de derdengeldenrekening bestaat afdoende koppeling met de werkzaamheden van verweerder als advocaat. Het verwijt over het gebruik van die rekening valt binnen de reikwijdte van het tuchtrecht. Voor het optreden als mede-bestuurder van de vennootschap geldt dat niet.


Samenvattingen van de tuchtcolleges

 

1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt

2. Eigen advocaat

4. Advocaten onderling

6. Optreden advocaat in andere hoedanigheid