Rechtspraak
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is ongegrond. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad geen onduidelijkheid laten bestaan over zijn optreden als advocaat van (mede) de Commissarissen. Evenmin is de raad gebleken dat verweerder hierover op enig moment onwaarheden zou hebben verkondigd. Van een schending van de gedragsregels 8 en 9 is geen sprake. Daarnaast heeft verweerder in zijn berichten aan klager steeds toegelicht waarom hij van mening was dat klager gedragsregel 25 schond. Dat klager het hiermee niet eens was en dat hierover een verschil van inzicht tussen hen bestond, betekent niet dat verweerder gedragsregel 24 zou hebben geschonden of dat hij met de berichten hierover aan klager op enige andere wijze tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld.