Rechtspraak
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerder heeft namens de moeder een verweerschrift tevnes zelfstandig verzoekschrift kunnen indienen, waarin werd verzocht om klager te ontslaan als bewindvoerder en mentor onder verwijzing naar medische aandoeningen bij klager. Dat klager al om zijn eigen ontslag had gevraagd, laat onverlet dat verweerder namens de moeder eenzelfde verzoek mocht doen voorzien van een eigen motivering. De uitlatingen zijn gedaan namens de moeder en niet op eigen titel en zijn onderbouwd met (medische) stukken. Datzelfde geldt voor het uitgesproken vermoeden van de moeder over onregelmatigheden rondom het uitschrijven van medicatie op haar naam. Verweerder kon ook naar voren brengen dat klaagster PGB-gelden onterecht dan wel onrechtmatig heeft ontvangen, omdat zij geen zorg zou hebben verleend. Dat is civielrechtelijk onderbouwd; het strafrecht is buiten beschouwing gelaten. Het betoog was dienstig aan het standpunt van de moeder dat klaagster ongeschikt was als bewindvoerder en/of mentor. Beide klachten ongegrond.
