Rechtspraak
Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Het hof is van oordeel dat de deken het hernieuwde verzoek om aanwijzing van een advocaat op juiste gronden heeft afgewezen. Er is niet gebleken van een lopende procedure of het starten van een procedure waarvoor bijstand van een advocaat is vereist. Als vaste rechtspraak van het hof van discipline geldt dat een hernieuwd verzoek kan worden afgewezen als al een keer eerder een advocaat is aangewezen door een deken (zie HvD, 31-10-2017 ECLI:NL:TAHVD: 2017:209 en HvD, 14-02-2011, ECLI:NL:TAHVD: 2011:YA1409). Het hof benadrukt verder dat op klager een inspanningsverplichting rust om eerst zelf een advocaat te vinden die hem zou willen bijstaan. Eerst indien klager ten minste 5 serieuze doch vergeefse pogingen heeft gedaan om een advocaat te vinden èn de noodzaak van een nieuwe procedure in dezelfde zaak deugdelijk is onderbouwd, kan klager bij de deken om aanwijzing van een advocaat vragen.