Rechtspraak
Verweerder is in gebreke gebleven met het tijdig en naar behoren voldoen aan redelijke verzoeken van de deken met betrekking tot het aanleveren van financiële gegevens en een toelichting daarop. De raad heeft verweerder hiervoor een schorsing van 26 weken opgelegd. Het hof oordeelt dat verweerder – terwijl hij reeds door de tuchtrechter op de onjuistheid van zijn handelen was gewezen – wederom de deken structureel en op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak heeft gefrustreerd. Dat verweerder ook in strijd met de kernwaarde (financiële) integriteit heeft gehandeld door onbetrouwbare dan wel onjuiste cijfers aan te leveren, is onvoldoende komen vast te staan. Het hof legt verweerder – mede gelet op zijn tuchtrechtelijk verleden – een schorsing op van 26 weken, waarvan 13 weken voorwaardelijk met een bijzondere voorwaarde.