Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2022-3

Klacht van een advocaat. Verweerder heeft in een processtuk in een procedure tussen zijn cliënt en de cliënte van klager aan de orde gesteld dat klager een meer dan zakelijk relatie had met zijn cliënte, waardoor klager met onvoldoende professionele distantie handelde. Verweerder heeft aangevoerd dat hij daarmee wilde bereiken dat klager zich als advocaat aan de zaak zou onttrekken. De raad is daarover van oordeel dat verweerders handelen nooit tot dit gewenste resultaat zou kunnen leiden. Immers, klager had op dat moment al duidelijk gemaakt dat hij dat niet zou doen en de rechter kon ook niets met de door verweerder gegeven informatie. Indien verweerder zijn zorgen over de beweerdelijke relatie tussen klager en zijn cliënte aan de orde wilde stellen, dan had hij dat bij klager zelf of bij de deken moeten doen, en niet bij de rechter in deze echtscheidingsprocedure. De raad is daarom van oordeel dat deze passage in het verweerschrift enkel is opgenomen met de kennelijke bedoeling om klager te diffameren. De raad is van oordeel dat verweerder daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht deels gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.