Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2022-1

Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou onjuiste informatie hebben verstrekt aan de rechtbank, onder meer door ten onrechte te stellen dat klaagster de Nederlandse taal machtig is. Daarnaast zou verweerder over zijn gegaan tot onnodige executiemaatregelen en in strijd met de AVG hebben gehandeld. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder te lichtvaardig aan de rechtbank heeft medegedeeld dat klaagster als gedaagde partij de Nederlandse taal machtig is en een vertaling van de betekende stukken dus niet noodzakelijk was. Het hof zal dit aspect van klachtonderdeel a) alsnog gegrond verklaren. Ter zake van de AVG klacht stelt het hof voorop dat niet is gebleken dat het kantoor van verweerder beschikt over een privacyverklaring om aan de op het kantoor ex art. 12 -14 AVG rustende informatieverplichtingen te voldoen. Dat brengt mee dat verweerder, toen hij (persoons)gegevens aan de ex-kantoorgenoot wilde verstrekken om processtukken voor te bereiden, klaagster hierover eerst had moeten informeren en haar de gelegenheid had moet geven hiertegen bezwaar te maken. Waar het gaat om het door klaagster gedane inzageverzoek overweegt het hof dat verweerder dit verzoek niet (integraal) kon weigeren op de grond dat klaagster in zijn ogen misbruik van deze bevoegdheid maakt. Hoewel verweerder naar het oordeel van het hof zorgvuldiger had kunnen handelen, heeft hij hierdoor niet het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.