Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2022-2

Klacht over eigen advocaat in strafzaak en een kantoorgenoot. Verweerder heeft onzorgvuldig gehandeld door niet duidelijk te communiceren en schriftelijk vast te leggen dat hij - anders dan hij eerst had toegezegd - de aangifte van de ouders niet zou doorzenden aan de politie, nu dit van strategisch belang was voor klager. Ook had verweerder navraag moeten doen over het vervolg van die aangifte (een sepot) voordat hij hierover zijn pleitnota verklaarde ten overstaan van de rechter. Hierdoor heeft verweerder afbreuk gedaan aan de zaak van klager. Anders dan de raad verklaart het verwijt ongegrond dat verweerder bewust onjuiste informatie heeft opgenomen in die pleitnota. De verwijten van klager dat verweerder de strategie in de strafzaak, het getuigenverhoor en de pleitnota onvoldoende met hem heeft besproken en klager onjuiste informatie over de BOPZ-stukken heeft verschaft, zijn ongegrond. Aan verweerder wordt een berisping opgelegd: zijn handelen is laakbaar omdat hij had moeten weten dat eea cruciaal was voor klagers omgang met zijn zoon.
Verder heeft klager in deze zaak heimelijke opnames van gesprekken met verweerder in het geding gebracht. Het hof overweegt dat dit bewijs niet zonder meer ontoelaatbaar is en niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die uitsluiting van het bewijs rechtvaardigt nu deze enkel zijn gebruikt in deze klachtprocedure (en niet openbaar zijn gemaakt).
In de proceskostenveroordeling is geen vergoeding opgenomen voor de professionele gemachtigde van klager, nu klager feitelijk de proceshandelingen zelf heeft verricht.