Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates - 2019-10

Geheimhoudingsplicht ten opzichte van overleden zoon van klagers.

Verweerder heeft klagers bijgestaan in civiele - en strafzaken en heeft hun zoon bijgestaan in een strafzaak. Korte tijd voordat de zoon suïcide heeft gepleegd, heeft hij informatie gedeeld met verweerder en hem gevraagd deze informatie met niemand anders te delen. Later hebben klagers verweerder opdracht gegeven tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De informatie die de zoon aan verweerder heeft toevertrouwd, kan van belang zijn bij dit verhoor. Daarom heeft verweerder de deken gevraagd of hij deze informatie met klagers mag delen en mag gebruiken bij het verhoor. Nadat de deken negatief heeft geadviseerd, heeft verweerder de opdracht aan klagers teruggegeven met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht. Door een tuchtklacht in te dienen, beogen klagers en verweerder duidelijkheid te krijgen over het belangenconflict waarvoor verweerder zich geplaatst ziet. De geheimhoudingsplicht behoort tot de kernwaarden van de advocatuur en kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden doorbroken, waarbij kan worden gedacht aan een directe dreiging van ernstig, toekomstig gevaar voor de advocaat zelf of een betrokkene dat zonder het doorbreken van het beroepsgeheim niet kan worden afgewend. Van zo’n situatie is geen sprake, temeer nu de zoon verweerder nadrukkelijk heeft verboden de informatie te delen met anderen, daaronder begrepen zijn ouders. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.