Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-10-2025
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2025:193
Zaaknummer
250282
Inhoudsindicatie
Het hof verklaart het beroep van klaagster tegen gegrond verklaarde beslissing van de raad niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 10 oktober 2025 in de zaak 250282
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klaagster
tegen:
verweerder
1 DE PROCEDURE
Bij de raad 1.1 Het Hof van Discipline (hierna: het hof) verwijst naar de beslissing van 14 juli 2025 van de raad van discipline (hierna: de raad) in het ressort Den Haag. De raad heeft met die beslissing (zaaknummer: 25-006/DH/DH) de klacht van klaagster gegrond verklaard en verweerder de maatregel van een schorsing van twee weken opgelegd. De deken is in het gelijktijdig behandelde dekenbezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSGR:2025:140 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
Bij het hof 1.2 Het beroepschrift van klaagster tegen de beslissing van de raad is op 13 augustus 2025 ontvangen door de griffie van het hof. Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad.
1.3 Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld op basis van de stukken uit het dossier.
2 BEROEPSGRONDEN
Het beroep van klaagster is gericht tegen de beslissing van de raad. Zij is van mening dat de raad heeft verzuimd om de kern van de door haar aan de orde gestelde kwestie te behandelen. Klaagster komt daarbij op tegen de gecombineerde behandeling van haar klacht met het dekenbezwaar door de raad en zet (nogmaals) haar klacht tegen verweerder uiteen.
3 BEOORDELING
Op grond van artikel 56 lid 1 aanhef en onder sub a Advocatenwet kan een klager beroep instellen van een beslissing van een raad waarbij de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard. In dit geval is de klacht van klaagster tegen verweerder geheel gegrond verklaard. Voor klaagster staat daarom tegen de beslissing van de raad geen beroep open, ook niet tegen de hoogte van de opgelegde maatregel. Dat de raad de klacht van klaagster samen met het dekenbezwaar heeft behandeld, maakt het voorgaande niet anders. Klaagster is om deze reden niet ontvankelijk in haar beroep.
4 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep.
Deze beslissing is genomen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. J.C.A.T. Frima en J.H. Brouwer, leden, in tegenwoordigheid van mr. B.J.M. Vermulst, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 10 oktober 2025.