Rechtspraak
Uitspraakdatum
03-10-2025
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2025:189
Zaaknummer
250101
Inhoudsindicatie
Hof bepaalt na intrekking van hoger beroep ingangsdatum schorsing en proeftijd.
Uitspraak
Beslissing van 3 oktober 2025 in de zaak 250101
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
klager
1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 24 februari 2025 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort ‘s-Hertogenbosch (zaaknummer: 24-661/DB/ZWB). In deze beslissing is de klacht van klager deels gegrond verklaard. Aan verweerder is de maatregel opgelegd van schorsing voor de duur van twaalf weken, waarvan vier weken voorwaardelijk. Verder is verweerder veroordeeld tot betaling van griffierecht, reiskosten en proceskosten.
1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSHE:2025:31 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF
2.1 Het beroepschrift van verweerder tegen de beslissing is op 24 maart 2025 ontvangen door de griffie van het hof.
2.2 Verder bevat het dossier van het hof: - de stukken van de raad; - het verweerschrift van klager.
2.3 Het hof heeft de mondelinge behandeling in deze zaak bepaald op 3 oktober 2025. Verweerder heeft het hof bij e-mailbericht van 29 augustus 2025 laten weten dat hij het hoger beroep intrekt.
1.7 De zaak is gelet op het bepaalde in artikel 56 lid 5 Advocatenwet (Advw) in raadkamer behandeld.
3 BEOORDELING
3.1 Op grond van artikel 56 lid 5 Advw bepaalt het hof de dag waarop de maatregel aanvangt, in het geval in eerste aanleg een schorsing is opgelegd en het tegen die beslissing gerichte hoger beroep is ingetrokken. Als de raad een geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke schorsing heeft opgelegd, betekent het bepaalde in artikel 56 lid 5 Advw dat het hof zal moeten bepalen wanneer de proeftijd aanvangt.
3.2 Het hof bepaalt dat het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde schorsing in de uitoefening van de praktijk ingaat op 27 oktober 2025. Het hof bepaalt verder dat de proeftijd in verband met het voorwaardelijk deel van de opgelegde schorsing ingaat op de tweede werkdag na de datum waarop deze beslissing wordt uitgesproken.
4 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- bepaalt dat het onvoorwaardelijke deel van de in de zaak 24-661/DB/ZWB opgelegde schorsing in de uitoefening van de praktijk ingaat op 27 oktober 2025;
- bepaalt dat de proeftijd die geldt in verband met voorwaardelijke deel van de in de zaak 24-661/DB/ZWB opgelegde schorsing ingaat op de tweede werkdag na de uitspraak van deze beslissing.
Deze beslissing is genomen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. J.C.A.T. Frima, R. van der Hoeven, P.J.G. van der Boom en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 3 oktober 2025.
