Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-09-2025

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2025:208

Zaaknummer

25-063/AL/NH

Inhoudsindicatie

Raadsbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 22 september 2025 in de zaak 25-063/AL/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 10 maart 2025:

 

1.       klager

2.        klager

gemachtigde: klager 1 samen ook: klagers 

over

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 9 januari 2025 heeft de bureaudirecteur namens de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland het Hof van Discipline verzocht om de onderhavige klacht te verwijzen naar een raad van discipline in een ander ressort voor behandeling omdat verweerder lid is van de raad van discipline in het ressort waar hij advocaat is. 

1.2    Bij beslissing van 30 januari 2025 heeft de voorzitter van het Hof van Discipline dit verwijzingsverzoek toegewezen en de klacht voor behandeling verwezen naar deze raad. 

1.3    In een beslissing van 10 maart 2025 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 16 maart 2025 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 

1.4    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 20 juni 2025. Daarbij was verweerder aanwezig.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 

 

2    VERZET

2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzittersbeslissing niet zorgvuldig tot stand is gekomen en dat er blijk wordt gegeven van partijdigheid door volledig de lezing van verweerder te volgen zonder naar de stukken en de feiten te kijken.

 

3    FEITEN EN KLACHT

3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

 

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2    Verweerder heeft erkend dat hij in een processtuk ten onrechte heeft geschreven dat het bezwaarschrift tegen de beslissing van de cliënte van verweerder op 28 november 2023 ongegrond is verklaard. Verweerder heeft daarover op de zitting van de raad verklaard dat dit bezwaarschrift weliswaar gegrond is verklaard, maar dat zijn cliënte in hetzelfde besluit een nieuwe omgevingsvergunning heeft verleend, waartegen klagers beroep hebben ingesteld. Gelet op die uitleg is de raad van oordeel dat niet in redelijkheid moet worden betwijfeld dat de beslissing van de voorzitter op dit punt onjuist is. Datzelfde geldt voor de rest van de beslissing. 

4.3    Het voorgaande betekent dat de door klagers aangevoerde verzetgronden niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

 

BESLISSING

De raad van discipline:

-    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.C. Hagedoorn, voorzitter, mrs. N.A. Heidanus, M.M. Mok,  P. Rijnsburger en V.S.A.W. Wegter, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 22 september 2025.   

Griffier    Voorzitter  

 

Verzonden op : 22 september 2025