Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-09-2025

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2025:176

Zaaknummer

250299

Inhoudsindicatie

Naar het oordeel van de voorzitter is van een duidelijke, concreet onderbouwde klacht over verweerster geen sprake. Verweerster heeft overeenkomstig artikel 13 Advocatenwet een advocaat aangewezen aan klaagster en daarmee gehandeld overeenkomstig haar wettelijke verplichting. De klacht van klaagster over verweerster is verder in algemene woorden geformuleerd. Een duidelijke toelichting op de klacht ontbreekt, evenals een nadere concretisering of onderbouwing. Hierdoor is het voor verweerster niet duidelijk waartegen zij zich zou moeten verweren.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 18 september 2025 in de zaak 250299      naar aanleiding van de klacht van:           klaagster  

tegen:

 

verweerster

 

 

1    HET VERZOEK

1.1    De voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 25 augustus 2025 van klaagster waarin zij een klacht indient over de Orde van Advocaten in Den Haag. 

1.2    De klacht van klaagster houdt in dat de Orde van Advocaten in Den Haag heeft nagelaten te handelen in overeenstemming met de vereiste zorgvuldigheid en haar wettelijke verplichting.  De klacht van klaagster richt zich ook op mr. K. te Den Haag. 

2    DE BEOORDELING

2.1    Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet dient een klacht over een deken in beginsel te worden verwezen naar een deken van een andere orde. De voorzitter zal hiertoe echter niet beslissen en licht dit als volgt toe.

2.2  Naar het oordeel van de voorzitter is van een duidelijke, concreet onderbouwde klacht over verweerster geen sprake. Het is duidelijk dat klaagster ontevreden is over de kwaliteit van de dienstverlening van mr. K. die op 4 augustus 2025 door verweerster op grond van artikel 13 Advocatenwet is aangewezen om haar juridische bijstand te verlenen. Verweerster heeft overeenkomstig artikel 13 Advocatenwet een advocaat aangewezen aan klaagster en daarmee gehandeld overeenkomstig haar wettelijke verplichting. De klacht van klaagster over verweerster is verder in algemene woorden geformuleerd. Een duidelijke toelichting op de klacht ontbreekt, evenals een nadere concretisering of onderbouwing. Hierdoor is het voor verweerster niet duidelijk waartegen zij zich zou moeten verweren. 

2.3    De voorzitter zal het verzoek om verwijzing daarom afwijzen. 

2.4    Voor zover klaagster klaagt over mr. K kan klaagster een klacht indienen bij de deken van de Orde van Advocaten te Den Haag. Hierop is klaagster eerder ook gewezen.

3    BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst het verzoek tot verwijzing af.

Deze beslissing is gewezen op 18 september 2025 door mr. drs. P. Fortuin, plaatsvervangend voorzitter.

Plaatsvervangend voorzitter

 

De beslissing is verzonden op 18 september 2025.