Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-08-2025
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2025:167
Zaaknummer
25-117/DH/DH
Inhoudsindicatie
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Verweerder heeft zich in een familiezaak waarbij kinderen betrokken waren onvoldoende terughoudend en de-escalerend opgesteld, door klager te (dis)kwalificeren als onder meer labiel, neurotisch en obsessief en dit standpunt te onderbouwen met een fikse lijst (van meerdere pagina’s) aan citaten uit gevoerde WhatsApp-correspondentie. Verweerder had voor minder escalerende bewoordingen kunnen en moeten kiezen. Verweerders stellingname heeft de onderlinge verhoudingen onnodig op scherp gezet. Waarschuwing.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag
van 18 augustus 2025
in de zaak 25-117/DH/DH
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over
verweerder
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 1 augustus 2024 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 19 februari 2025 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K150 2024 van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 30 juni 2025. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de bijbehorende inventarislijsten genoemde bijlagen. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mail (met bijlagen) van verweerder van 10 maart 2025.
2. FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2 Sinds februari 2024 is klager verwikkeld in een echtscheidingsprocedure met zijn vrouw. De vrouw wordt bijgestaan door verweerder.
2.3 Op 16 februari 2024 heeft klagers advocaat een verzoekschrift tot echtscheiding met nevenvoorzieningen ingediend bij de rechtbank.
2.4 Op 22 februari 2024 heeft klagers advocaat een verzoekschrift tot het treffen van voorlopige voorzieningen ingediend bij de rechtbank. De verzoeken zien op het gebruik van de woning, de toevertrouwing van de kinderen, een voorlopige zorgregeling en voorlopige kinderalimentatie. In het verzoekschrift staat onder meer:
“Daarnaast speelt er bij de vrouw volgens de man en de twee oudste kinderen een ernstige alcoholproblematiek bij de vrouw. Dit heeft er al een aantal malen toe geleid dat de vrouw dronken in bed lag en op geen enkele manier wakker te krijgen was en de twee oudste kinderen zich dan over de jongste broer (…) dienden te ontfermen.”
2.5 Op 3 april 2024 heeft verweerder een verweerschrift voorlopige voorzieningen ingediend, waarin onder meer is opgenomen:
‘Gesteldheid en intenties man
7. De man is labiel en (lichamelijk en verbaal) agressief gebleken en inmiddels ook zeer boos. De man weigert ook te communiceren met de vrouw. Vermoedelijk omdat hij zich niet kan beheersen. Het verzoek van de man leest de vrouw dan ook dat hij thans alles in werk stelt om de vrouw zwart te maken en dat van haar af te pakken wat haar het meest dierbaar is. Dat de man labiel, agressief en thans een strafexpeditie uitvoert blijkt uit diverse berichten:
a. “Jij flikkert op uit mijn huis”
b. “we verkopen het huis en ik ga bij mijn moeder wonen. Je zoekt het maar uit”
c. “Ik ga het huis te koop zette:
d. “Ik wordt gek van mezelf”
e. “Maar blijkbaar brengt jouw verlies het slechtste in mij naar boven”
f. “Ik kan het niet meer”
g. “En ik weet dat ik me misdraag. Maar ben gewoon zo emotioneel dat ik het niet aankan”
h. “Jij weet dat dit er aan zat te komen. Je kent me.”
i. “Maar ik pik dit niet”
j. “Ondankbaar kreng”
k. “Zal ik je bedrijf bellen”
l. “Ik zal nooit meer iemand vertrouwen door jou”
m. “(..) daardoor wordt ik wanhopig”
n. “Jij denkt echt dat ik niks meer ben he”
o. “ik laat me niet meer vernederen door jou”
p. “Ik laat me niet meer vernederen. En als je boos op me bent laat je vent me maar in elkaar slaan. Want die komt ik wel een keer tegen. Hij zal nooit in de buurt komen van mijn kinderen. Dat is een belofte!”
q. “Je hebt de verkeerde genaait”
r. “Krijg het lazarus. Je hebt 20 jaar van me geprofiteerd en in wordt nu bij grofvuil gezet.”
s. “Je bent god niet. Ik laat me niet meer vernederen door jou”
t. “Ik heb je godverdomme 17 jaar alles voor jou gedaan! Nu ik een paar jaar hulp van jou nodig heb omdat het niet goed met mij gaat verlaat je me”
u. Het is er ook één (de man bedoelt dat hij de vrouw een hoer vindt en erkent dat hij dat ook naar haar heeft geroepen)
v. Jij neemt een advocaat terwijl jij vreemd gaat. Kijken wat daar uit komt.
w. Ik zal je moeder ook welbedanken. Met hoe jij me behandeld een advocaat nemen. belachelijk! (boze emoji)
x. Ik wil al niks meer met je te maken hebben dus we hoeven alleen maar uit elkaar. Of wil jij me naaien met een advocaat
y. Dordraaien betekend voor mij: Mij uitmaken voor kankerhoer, kankerslet als de kinderen wakker zijn
Z. Maar kan denken en voor me zie hoe jij seks hebt met hem. Ik ga hier aan onderdoor
aa. En kan dit niet verwerken
bb. Het leven boeit me niet meer zo veel
cc. Het boeit me gewoon niet meer. Dit heeft me gebroken
dd. Ik ga ook gewoon schijt hebben aan alles
ee. Ik ga het huis te koop zette
Productie 1: w’app berichten man en vrouw (…)
8. (…) Zoals gezegd: het gedrag van de man is zorgelijk. In deze conditie kan de man reeds niet voor de kinderen zorgen. Dit nog los van het feit dat de man de verzorging in het verleden niet heeft gedaan en/of aantoonbaar niet aankan. (…)
Conditie man
23. De man is momenteel labiel en heeft zijn zaken en leven op dit moment niet op orde. Dat blijkt ook uit zijn berichten aan de vrouw waarin hij schrijft dat hij helemaal gek wordt van zichzelf, dat hij neurotisch is en obsessief en dwangmatig en controlerend gedag vertoont. Ook is er sprake van stalking gezien de hoeveelheid berichten die hij stuurt en het weer verwijderen daarvan. De volgende berichten gaan ter illustratie:”
In het verweerschrift is vervolgens ruim 3,5 pagina gevuld met berichten/citaten, onder verwijzing naar onder meer de hiervoor genoemde productie 1 (de WhatsApp berichten tussen klager en zijn ex-vrouw).
2.6 Op 18 mei 2024 heeft verweerder een verweerschrift met zelfstandige verzoeken ingediend in de echtscheidingsprocedure, waarin onder meer is opgenomen:
“Gesteldheid en intenties man
9. De man is recentelijk nog labiel en (lichamelijk en verbaal) agressief gebleken. De man is ook zeer boos. Dat de man labiel is en de vrouw agressief bejegend blijkt uit diverse berichten:”
Hierna zijn dezelfde berichten als onder 2.5 geciteerd (a t/m ee) opgenomen, met in aanvulling:
“10. Krijg de tering maar met hem
11. Fuck you
12. (Middelvinger)
13 Was het lekker met hem de laatste weken”
Productie 2: w’app berichten man en vrouw (…)
Conditie man
24. De man is momenteel niet stabiel en heeft zijn zaken en leven op dit moment niet op orde. Dat blijkt ook uit zijn berichten aan de vrouw waarin hij schrijft dat hij helemaal gek wordt van zichzelf, hij neurotisch is en obsessief en dwangmatig en controlerend gedrag vertoont. Ook is er sprake van stalking gezien de hoeveelheid berichten die hij stuurt en het weer verwijderen daarvan. De volgende berichten gaan ter illustratie:
In het verweerschrift is vervolgens ruim 3,5 pagina gevuld met berichten/citaten, onder verwijzing naar onder meer de productie met de WhatsApp berichten tussen klager en zijn ex-vrouw.
3. KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:
a) Verweerder heeft zich onnodig grievend over klager uitgelaten in een familierechtelijke procedure. Verweerder is daarbij de belangen van alle betrokkenen, onder wie klagers kinderen, geheel uit het oog verloren.
Klager heeft gewezen op twee verweerschriften waarin verweerder zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten, hem heeft beledigd en onjuistheden over hem heeft verkondigd. Klager wijst met name op de kwalificaties “labiel”, “neurotisch”, “obsessief”, “dwangmatig controlerend” en “stalker”. De kwalificaties zijn gebaseerd op door verweerder geselecteerde berichten en niet op verklaringen van medisch specialisten. Klager stelt dat de handelwijze en houding van verweerder duiden op een gebrek aan professionele distantie van zijn cliënte.
3.2 In repliek heeft klager gesteld dat verweerder het nodig heeft gevonden de ziekte van klagers moeder te bagatelliseren, door te zeggen dat het allemaal wel meeviel met de kanker die klagers moeder heeft gehad.
4. VERWEER
4.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. Hij stelt dat klager degene is geweest die voor de (spreekwoordelijke) aanval heeft gekozen, door de vrouw onder meer te beschuldigen van onvoorspelbaar gedrag en als iemand die kampt met alcoholproblematiek. De vrouw moet zich tegen die aantijgingen verweren. De vrouw heeft aan verweerder een veelvoud aan diverse stukken, zoals WhatsAppberichten, laten zien waaruit het doen en laten van klager blijkt. Wat in de processtukken is genoemd, blijkt uit de diverse berichten die als producties bij de processtukken zijn overgelegd. Klager wordt geciteerd en hij betwist niet dat hij het geciteerde heeft gezegd/gestuurd naar de vrouw. Om die reden kan van onnodig grieven geen sprake zijn. Te meer niet nu het (be)noemen daarvan dienend was en een belang diende.
4.2 Verweerder heeft betwist zich op de door klager gestelde wijze (in 3.2) te hebben uitgelaten. Verweerder stelt dat hij een opmerking heeft gemaakt dat de moeder van klager volgens zijn cliënte schoon is. Dit is gezegd omdat klager betwistte dat hij thuis bij zijn moeder kon verblijven.
4.3 De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
5. BEOORDELING
Toetsingskader
5.1 Deze zaak betreft een klacht over de advocaat van de wederpartij. Voor alle advocaten geldt dat zij partijdig zijn en in principe alleen de belangen van hun eigen cliënt hoeven te behartigen. Zij hebben veel vrijheid om te doen wat in het belang van hun cliënt nodig is, maar die vrijheid is wel begrensd. Advocaten mogen de belangen van de wederpartij niet onnodig of op een ontoelaatbare manier schaden. Zij mogen zich bijvoorbeeld niet onnodig kwetsend uitlaten over de wederpartij. Ook mogen advocaten niet bewust onjuiste informatie verschaffen. Daarbij geldt dat advocaten er in beginsel van mogen uitgaan dat de informatie die zij van hun cliënt hebben gekregen juist is. Slechts in uitzonderingsgevallen zijn advocaten gehouden de juistheid van die informatie te controleren. Tot slot hoeven advocaten in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat zij voor hun cliënt willen bereiken, opweegt tegen het nadeel dat zij aan de wederpartij toebrengen.
5.2 Verder geldt dat in familierechtkwesties de advocaat ervoor moet waken dat de verhoudingen tussen partijen niet escaleren. Van de advocaat mag een zekere terughoudendheid worden verwacht in het doen van uitlatingen over de wederpartij die deze naar verwachting als kwetsend zal ervaren, en in het starten van procedures. De advocaat moet daarbij in iedere zaak afwegen:
het belang van zijn cliënt bij het voeren van de procedure, het belang van de wederpartij én dat van de kinderen bij het voorkomen daarvan, het verloop van het geschil tot dan toe en de kans op succes van de procedure.Beoordeling klacht
5.3 De raad is van oordeel dat verweerder, in deze familiezaak waarbij kinderen betrokken waren, de tuchtrechtelijke grens is overgegaan door klager te diskwalificeren als onder meer labiel, neurotisch en obsessief en dit te onderbouwen met een fikse lijst (van meerdere pagina’s) aan citaten uit gevoerde WhatsApp-correspondentie. Hoewel het verweerder vrij stond om de WhatsApp-correspondentie te gebruiken ter onderbouwing van zijn standpunt, was het niet noodzakelijk om daaruit zo uitgebreid te citeren en dat te koppelen aan de verschillende gewraakte kwalificaties. De door verweerder gebruikte kwalificaties komen ook in het normale spraakgebruik voor en zijn daarmee niet automatisch een medische kwalificatie. Verweerder had echter voor minder escalerende bewoordingen kunnen en moeten kiezen. De enkele vermelding door klagers advocaat dat aan de zijde van verweerders cliënte sprake was van onvoorspelbaar gedrag en alcoholproblematiek, vormt geen vrijbrief om in de aanval te gaan. De uitlatingen van verweerder moeten op hun eigen merites worden beoordeeld en de beoordeling daarvan is niet afhankelijk van de (wellicht scherpe) uitlatingen aan de zijde van klager (zie Hof van Discipline 5 april 2024, ECLI:NL:TAHVD:2024:111). De raad is van oordeel dat verweerder onvoldoende terughoudend is geweest in zijn uitlatingen, zeker in deze beginfase van de procedures tussen partijen toen de verhoudingen tussen partijen (nog) niet waren geëscaleerd. Daarvan kan hem een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De klacht is dan ook gegrond.
5.4 Voor zover klager ook klaagt over de stellingname van verweerder over de ziekte van klagers moeder, geldt dat de raad niet kan vaststellen wat verweerder precies heeft gezegd. De raad kan de juistheid van het verwijt dan ook niet vaststellen. In zoverre is de klacht ongegrond.
6. MAATREGEL
6.1 Verweerder heeft zich in een familiezaak waarbij kinderen betrokken waren onvoldoende terughoudend en de-escalerend opgesteld, door klager te (dis)kwalificeren als onder meer labiel, neurotisch en obsessief en dit standpunt te onderbouwen met een fikse lijst (van meerdere pagina’s) aan citaten uit gevoerde WhatsApp-correspondentie. Verweerder had voor minder escalerende bewoordingen kunnen en moeten kiezen. Verweerders stellingname heeft de onderlinge verhoudingen onnodig op scherp gezet.
6.2 De raad is van oordeel dat een zakelijke terechtwijzing passend is en legt daarom de maatregel van waarschuwing op.
7. GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING
7.1 Omdat de raad de klacht gedeeltelijk gegrond verklaart, dient verweerder op grond van artikel 46e lid 5 Advocatenwet het door klager betaalde griffierecht van € 50,- aan hem te vergoeden binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden. Klager dient binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder door te geven.
7.2 Nu de raad een maatregel oplegt, zal de raad verweerder daarnaast op grond van artikel 48ac lid 1 Advocatenwet veroordelen in de volgende proceskosten:
a) € 25,- reiskosten van klager,
b) € 750,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en
c) € 500,- kosten van de Staat.
7.3 Verweerder dient het bedrag van € 25,- aan reiskosten binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, te betalen aan klager. Klager dient binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder door te geven.
7.4 Verweerder dient het bedrag van € 1.250,- (het totaal van de in 7.2 onder b en c genoemde kosten) binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, over te maken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline" en het zaaknummer.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht gegrond zoals overwogen in 5.3;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op;
- veroordeelt verweerder tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.1;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de reiskosten van € 25,- aan klager, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.3;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 1.250,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.4.
Aldus beslist door mr. S.M. Krans, voorzitter, mrs. A.N. Kampherbeek en D. Rijpma, leden, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 18 augustus 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 18 augustus 2025
