Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-08-2025
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2025:148
Zaaknummer
250272
Inhoudsindicatie
Klager is het niet eens met de mededeling van de deken. Daarin staat dat de deken uit de beschikbare stukken heeft afgeleid dat een zitting plaats vindt bij het gerechtshof Den Haag en dat klager een kort geding tegen de staat zou willen starten. Om die reden heeft de deken het verzoek ex artikel 13 Advocatenwet doorgeleid naar de deken Den Haag met het verzoek de kwestie op te pakken.
Inhoudsindicatie
Het klachtrecht is er niet voor bedoeld om te klagen over een mededeling waar men het niet mee eens is. Dit wordt beschouwd als misbruik van het klachtrecht. Om die reden verwijst de voorzitter de klacht niet door naar een andere deken.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 14 augustus 2025 in de zaak 250272 naar aanleiding van de klacht van: klager
tegen:
mr. M.A.R.C. Padberg advocaat te Rotterdam verweerder
1 HET VERZOEK
De voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 8 augustus 2025 van het secretariaat van de deken te Rotterdam, met als bijlage een klacht van klager over de deken van 7 augustus 2025.
2 DE BEOORDELING
2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet dient een klacht tegen een deken in beginsel te worden verwezen naar een deken van een andere orde. De voorzitter zal hiertoe echter niet beslissen en licht dit als volgt toe.
2.2 Uit de klachtbrief van 7 augustus 2025 blijkt dat klager het niet eens is met de mededeling van de deken van 6 augustus 2025. Daarin staat dat de deken uit de beschikbare stukken heeft afgeleid dat een zitting plaats vindt bij het gerechtshof Den Haag en dat klager een kort geding tegen de staat zou willen starten. Om die reden heeft de deken het verzoek ex artikel 13 Advocatenwet doorgeleid naar de deken Den Haag met het verzoek de kwestie op te pakken.
2.3 Het klachtrecht is er niet voor bedoeld om te klagen over een mededeling waar men het niet mee eens is. Dit wordt beschouwd als misbruik van het klachtrecht. Om die reden verwijst de voorzitter de klacht niet door naar een andere deken.
2.4 Nu de deken klagers verzoek om aanwijzing van een advocaat heeft doorgestuurd naar de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag, zal klager de beslissing van de deken Den Haag eerst moeten afwachten.
3 BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
wijst het verzoek tot verwijzing af.
Deze beslissing is gewezen op 14 augustus 2025 door mr. J. Blokland, voorzitter.
De beslissing is verzonden op 14 augustus 2025.
