Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-07-2025
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2025:182
Zaaknummer
24-899/AL/MN
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 28 juli 2025 in de zaak 24-899/AL/MN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 3 februari 2025 op de klacht van:
klager
over
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 21 mei 2024 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 4 december 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z 2344196/FB/SD van de deken ontvangen.
1.3 In een beslissing van 3 februari 2025 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klager heeft verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 16 juni 2025. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet zijn genoemd in het verzetschrift en toegelicht op de zitting van de raad.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline: - verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. A.E. Mulder en Y.M. Nijhuis, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 juli 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op : 28 juli 2025
