Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-04-2025

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2025:89

Zaaknummer

24-653/AL/GLD

Inhoudsindicatie

Verzetsbeslissing. In de toelichting op zijn verzetgrond herhaalt klager feitelijk zijn klacht, zonder dat hij de vaststaande feiten uit de beslissing van de voorzitter bestrijdt. In de kern komt het verzet erop neer dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond(en) niet slaagt/slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De beslissing is bovendien helder gemotiveerd. Aan de juistheid van de beslissing twijfelt de raad geenszins. De voorzitter heeft de klacht naar het oordeel van de raad dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 7 april 2025 in de zaak 24-653/AL/GLD

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 21 oktober 2024 op de klacht van:

klager 

over

verweerder 

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 23 november 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 

1.2    Op 3 september 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K23/159 van de deken ontvangen. 

1.3    Bij beslissing van 21 oktober 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 14 november 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 

1.4    De raad heeft geconstateerd dat in de voorzittersbeslissing 28 oktober 2024 staat vermeld. De uitspraak is op 21 oktober 2024 verzonden en daarmee is dat de feitelijke uitspraakdatum.

1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 10 februari 2025. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. 

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

 

2    VERZET

2.1    De grond van het verzet houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in:

I)    de beslissing is gebaseerd op onjuiste feiten. 

2.2    Tegen de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

 

3    KLACHT Voor de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

 

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2    Verweerder heeft in de procedure tussen klager (verhuurder) en diens huurder (die werd bijgestaan door verweerder), een tegenvordering ingesteld. De klacht van klager is dat verweerder die tegenvordering niet mocht instellen of tenminste had moeten intrekken toen klager daar verweer op had gevoerd. Volgens klager was de tegenvordering namelijk gefabriceerd en onjuist. In de toelichting op zijn verzetgrond herhaalt klager feitelijk zijn klacht, zonder dat hij de vaststaande feiten uit de beslissing van de voorzitter bestrijdt. In de kern komt het verzet erop neer dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond(en) niet slaagt/slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De beslissing is bovendien helder gemotiveerd. Aan de juistheid van de beslissing twijfelt de raad geenszins. De voorzitter heeft de klacht naar het oordeel van de raad dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard.    

4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

 

BESLISSING

De raad van discipline: -    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, mr. E.M.G. Pouls en mr. S.M. Bosch-Koopmans, leden, bijgestaan door mr. H.P.J. Meijerink als griffier en uitgesproken in het openbaar op 7 april 2025.   

Griffier    Voorzitter  

Verzonden op : 7 april 2025.