Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-01-2024

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2024:2

Zaaknummer

23-279/DB/LI

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch van 8 januari 2024

in de zaak 23-279/DB/LI

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 27 juni 2023 op de klacht van:

 

 

klager

over:

verweerder

 

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 8 november 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 21 april 2023 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-103 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 27 juni 2023 heeft de voorzitter van de raad de klacht deels niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 28 juni 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 20 november 2023. Verschenen is klager. Verweerder heeft op 20 november 2023 telefonisch aan de griffier medegedeeld dat hij in de file stond en niet op tijd ter zitting zou kunnen verschijnen. De griffier heeft aan verweerder medegedeeld dat de zitting doorgang zou vinden in afwezigheid van verweerder.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de nagekomen e-mail van klager met bijlagen d.d. 18 juli 2023 en van de nagekomen e-mails van klager d.d. 5 en 6 november 2023 met als bijlage een pleitnota.

 

2 FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

 

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

De termijnoverschrijding is te wijten aan het OM en heeft tot gevolg dat klager in zijn verdedigingsbelang is geschonden. Klager heeft de klacht wel goed onderbouwd. De voorzitter heeft de bijlagen niet goed gelezen en de beslissing is onbegrijpelijk.

 

4 BEOORDELING  

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. V.E.J. Noelmans, voorzitter, mrs. A.A.M. Schutte, M.M.C. van de Ven, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 8 januari 2024.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

Verzonden op: 8 januari 2024