Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-12-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2023:143

Zaaknummer

23-261/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch van 11 december 2023

in de zaak 23-261/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 23 mei 2023 op de klacht van:

 

klager

over:

verweerster

gemachtigde:

mr. B.J.P.G. Roozendaal, advocaat te Breda

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 13 december 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Op 13 april 2023 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-088 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 23 mei 2023 heeft de voorzitter van de raad de klacht niet-ontvankelijk verklaard.

1.4 Op 16 juni 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn  opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 30 oktober 2023. Verschenen zijn klager en verweerster.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de nagekomen brief van klager met vijf bijlagen d.d. 15 oktober 2023.

 

2 FEITEN en KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

 

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

De voorzitter heeft ten onrechte overwogen dat klager juridisch advies had kunnen inwinnen over de vraag of het indienen van een klacht tegen verweerster zou leiden tot het verbeuren van dwangsommen. Verweerster wist dat de kort geding dagvaarding d.d. 2 augustus 2019 onwaarheden bevatte.

4

5 BEOORDELING  

5.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

5.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

5.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.M.H.  Schoenmakers, voorzitter, mrs. J.A.J.A. Luijten, E.J.M. Rosier, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 11 december 2023.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

Verzonden op: 11 december 2023