Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-08-2023
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2023:103
Zaaknummer
23-128/DB/ZWB
Inhoudsindicatie
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 21 augustus 2023
in de zaak 23-128/DB/ZWB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 2 maart 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 14 maart 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 13 februari 2023 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-017 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 2 maart 2023 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.4 Op 29 maart 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 26 juni 2023. Verschenen is verweerster. Klager is, als aangekondigd, niet verschenen.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en van de volgende nagekomen stukken:
de e-mail d.d. 9 juni 2023 met bijlagen van klager.
2 FEITEN EN KLACHT
Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
3 VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
De klacht is niet enkel gericht tegen verweerster, maar tegen alle medewerkers van het kantoor. De procedures zijn niet door klager opgestart, maar door de VvE. De advocaten hebben zich wel onnodig grievend uitgelaten over klager. De advocaten van de VvE hebben feiten geponeerd waarvan zij de onwaarheid kenden dan wel behoorden te kennen. Verweerster heeft het verstekvonnis toegestuurd aan klagers tweede huurder en daarmee onevenredig nadeel toegebracht aan klager. De voorzitter heeft geen acht geslagen op de nagekomen stukken en heeft ten onrechte geoordeeld dat klager niet kan klagen over de kosten die bij verweersters cliënte in rekening worden gebracht. De advocaten hebben onbevoegd opgetreden nu zij niet waren gemachtigd door alle leden van de VvE.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 Klager heeft gesteld dat de voorzitter de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste feiten, omdat de procedures niet door klager zijn opgestart, maar door de VvE, aldus klager. De raad overweegt als volgt. Uit de beslissing van de voorzitter volgt niet dat de voorzitter bij de beoordeling ervan is uitgegaan dat alle procedures door klager zijn opgestart. De voorzitter heeft overwogen, dat uit de overgelegde stukken volgt dat de procedures waarin de VvE door verweerster is bijgestaan, door klager zijn aangevangen. Die vaststelling van de feiten is juist.
4.3 De raad is voorts van oordeel dat de voorzitter, gelet op de wijze waarop klager de klacht heeft geformuleerd, de klacht zo heeft kunnen opvatten, dat die enkel betrekking had op het optreden van verweerster, en niet ook op het optreden van de andere medewerkers van verweersters kantoor.
4.4 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
4.5 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken en J.A.J.A. Luijten, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 21 augustus 2023