Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-03-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2023:40

Zaaknummer

22-675/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch van 30 maart 2023

in de zaak 22-675/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 26 september 2022 op de klacht van:

 

klager

over:

verweerder

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 18 februari 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 24 augustus 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-012 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 26 september 2022 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 19 oktober 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn  opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 13 februari 2023. Verschenen zijn klager en verweerder, bijgestaan door mr. B.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en hetgeen overigens ter zitting is verhandeld.   

 

2 FEITEN en KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

 

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

1.           De voorzitter heeft de verkeerde maatstaf gehanteerd en is aan een aantal feiten voorbij gegaan;

2.           Verweerder heeft zich onnodig grievend over klager uitgelaten, heeft feiten geponeerd waarvan hij de onwaarheid kent en heeft klagers belangen onnodig en zonder redelijk doel geschaad;

3.           Verweerder is tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het feit dat de dagvaarding op het verkeerde adres is uitgebracht.

 

4 BEOORDELING  

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet ongegrond.

 

 

Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. R. van den Dungen en M. Callemeijn, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2023.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

 

Verzonden op: 30 maart 2023