Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-03-2023

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2023:35

Zaaknummer

22-907/DB/OB/D

Inhoudsindicatie

Dekenbezwaar. Advocaat heeft verzekeringsbewijs ondanks herhaalde verzoeken van de deken pas na een tegen hem ingediend artikel 60ab verzoek en dekenbezwaar aan de deken overgelegd. Advocaat heeft de lokale ordebijdrage niet betaald, geen financiële kengetallen aangeleverd, onvoldoende opleidingspunten gehaald en de vermelding in het rechtsgebiedenregister niet doorgehaald. Omdat de advocaat zich al heeft laten schrappen van het tableau en gelet op zijn leeftijd een verzoek tot herinschrijving niet aannemelijk is, volstaat de raad met het opleggen van een berisping.

Inhoudsindicatie

Dekenbezwaar gegrond, berisping.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 13 maart 2023

in de zaak 22-907/DB/OB/D

 

naar aanleiding van het bezwaar van:

 

de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

 

deken

 

over:

 

verweerder

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 15 november 2022 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) een bezwaar ingediend over verweerder.

1.2 Op 15 november 2022 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 48/22/143K van de deken ontvangen.

1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 30 januari 2023. Daarbij was de deken aanwezig. Verweerder heeft de raad per e-mail van 6 januari 2023 bericht dat hij zich per 1 december 2022 als advocaat heeft laten uitschrijven en dat hij ter zitting van de raad van 30 januari 2023 niet aanwezig zal zijn. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 16.

 

2 FEITEN

2.1 Op 19 oktober 2022 heeft een kantoorbezoek aan het kantoor van verweerder plaatsgevonden. Hierbij waren aanwezig een lid van de raad van de orde, de adjunct-secretaris/directeur van het bureau van de orde van advocaten, verweerder en de kantoorgenoot van verweerder. Voorafgaand aan dit kantoorbezoek is herhaaldelijk aan verweerder verzocht om stukken aan te leveren. Verweerder heeft niet aan deze (herhaalde) verzoeken voldaan. Ook tijdens het kantoorbezoek op 19 oktober 2022 heeft verweerder de verzochte stukken niet  aangeleverd.

2.2 Tijdens het kantoorbezoek is onder meer vastgesteld dat geen bewijs van verzekering voor beroepsaansprakelijkheid was overgelegd. Verweerder heeft toegelicht dat door de maatschap geen verzekering tegen beroepsaansprakelijkheid was afgesloten, maar dat zijn kantoorgenoot en hij beiden afzonderlijk waren verzekerd. Verweerder heeft het bewijs van verzekering van zijn kantoorgenoot overgelegd en medegedeeld dat hij zijn eigen verzekeringsbewijs bij zijn verzekeraar had opgevraagd, maar ten tijde van het kantoorbezoek nog niet had ontvangen.

2.3 Verweerder en zijn kantoorgenoot zijn in de gelegenheid gesteld uiterlijk 31 oktober 2022 met een plan van aanpak te komen om daarin aan te geven op welke wijze de tijdens het kantoorbezoek vastgestelde onregelmatigheden zouden worden opgelost, waarbij aan verweerder te kennen is gegeven dat het verzekeringsbewijs tegen beroepsaansprakelijkheid zo snel mogelijk diende te worden overgelegd. De adjunct-secretaris van het bureau van de orde van advocaten heeft bij e-mailbericht van 21 oktober 2022 de met verweerder en zijn kantoorgenoot gemaakte afspraken ten aanzien van het plan van aanpak bevestigd.

2.4 Verweerder heeft bij e-mailbericht van 26 oktober 2022 bericht dat hij had besloten zich per 1 januari 2023 als advocaat uit te schrijven. Verweerder schreef in dit         e-mailbericht niets over het bewijs van verzekering tegen beroepsaansprakelijkheid. De adjunct-secretaris heeft bij e-mailbericht van 27 oktober 2022 de ontvangst van het e-mailbericht van 26 oktober 2022 van verweerder bevestigd. Zij berichtte verweerder dat het feit dat hij voornemens was zijn praktijk neer te leggen, niet betekende dat hij het verzekeringsbewijs niet meer hoefde over te leggen. Zij verzocht hem om het bewijs van verzekering uiterlijk op 31 oktober 2022 aan te leveren. Verweerder is tevens gewezen op het feit dat, tegen de achtergrond van zijn aankomende uitschrijving, de deken wenste te vernemen of verweerder tegen het uitlooprisico verzekerd was.

2.5 Verweerder heeft bij e-mailbericht van 9 november 2022 zijn bewijs van uitschrijving als advocaat toegestuurd en aangegeven dat hij het verzekeringsbewijs van zijn verzekeraar nog niet had ontvangen en voor onmiddellijke doorzending zou zorgdragen zodra hij dit in zijn bezit had.

2.6 Verweerder heeft, ondanks op 18 maart, 20 mei en 8 augustus 2022 verstuurde aanmaningen, niet voldaan aan zijn verplichting om de lokale financiële bijdrage 2022 aan de orde te voldoen.

2.7 Verweerder heeft, ondanks een daartoe strekkend verzoek op 1 juli 2022 en rappel op 5 oktober 2022, geen opgave gedaan van de financiële kengetallen over 2021. Verweerder heeft tijdens het kantoorbezoek op 19 oktober 2022 te kennen gegeven dat hij 'zijn accountant hiertoe opdracht had gegeven'.

2.8 Verweerder heeft in 2021 3 opleidingspunten behaald. Bij e-mail van 14 juni 2022 is aan verweerder bericht dat hij betreffende het jaar 2021 nog 17 punten diende in te halen, zodat hij in 2022 minimaal 37 punten (waarvan 17 juridische) moest halen. Tevens is aan verweerder bericht dat hij zijn registratie op de rechtsgebieden personen- en familierecht en vreemdelingenrecht uit het rechtsgebiedenregister diende te halen en dat hij zich pas weer opnieuw kon registeren als hij aan de voorwaarden had voldaan. Verweerder heeft zijn registratie op de rechtsgebieden personen- en familierecht en vreemdelingenrecht in het rechtsgebiedenregister niet laten doorhalen.

2.9 Verweerder heeft bij e-mailbericht van 24 juni 2022 bericht dat hij in 2021 vanwege langdurige ziekte onvoldoende cursussen heeft kunnen volgen. Verweerder zegde toe het tekort aan opleidingspunten over 2021 in 2022 te gaan inhalen.

2.10 Verweerder heeft tijdens het kantoorbezoek op 19 oktober 2022 het bewijs van deelname in 2022 van een Wwft-cursus van 3 punten overgelegd en een inschrijvingsbewijs van een cursus van 6 punten op het gebied van het personen- en familierecht.

2.11 De deken heeft op 15 november 2022 een verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet en een bezwaar over verweerder bij de raad ingediend. Verweerder heeft op 17 november 2022 een bewijs van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering  overgelegd. De deken heeft vervolgens op 17 november 2022 het verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet ingetrokken.

2.12 Verweerder heeft zich per 1 december 2022 laten schrappen van het tableau voor advocaten.

 

3 BEZWAAR

3.1 Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Verweerder heeft tevens in strijd met één of meer van de in artikel 10a Advocatenwet genoemde kernwaarden heeft gehandeld. De deken verwijt verweerder het volgende:

a) Verweerder heeft niet tijdig een verzekeringsbewijs beroepsaansprakelijkheid aangeleverd;

b) Verweerder heeft de lokale financiële bijdrage niet voldaan;

c) Verweerder heeft geen opgave gedaan van de financiële kengetallen over 2021;

d) Verweerder heeft in 2021 onvoldoende opleidingspunten behaald en daarmee niet voldaan aan zijn opleidingsverplichtingen over het jaar 2021 en ook heeft hij nagelaten zijn registratie op de rechtsgebieden personen- en familierecht en vreemdelingenrecht uit het rechtsgebiedenregister te halen ondanks dat hij was gewezen op zijn verplichting daartoe.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft geen verweer tegen het bezwaar gevoerd.

 

5 BEOORDELING

5.1 De toezichthoudende rol van de deken is geregeld in artikel 45a van de Advocatenwet, zoals deze van kracht is sinds 1 januari 2015. De uitoefening van het toezicht door de deken is verder onderworpen aan de desbetreffende bepalingen van de Awb, meer in het bijzonder Titel 5.2 (de artikelen 5:11 tot en met 5:20 Awb). Ook op grond daarvan is de deken als toezichthouder bevoegd inlichtingen (artikel 5:16 Awb) en inzage van zakelijke gegevens en bescheiden (artikel 5:17 Awb) te vorderen. Volgens artikel 5:13 Awb maakt de toezichthouder van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Een verder kader voor het toezicht door de deken is gegeven in artikel 3 van de Algemene Beleidsregel toezicht en klachtbehandeling van het College van Toezicht (besluit van 8 mei 2015), dat inhoudt dat de deken het toezicht (en de klachtbehandeling) uitoefent op een onafhankelijke, zichtbare, effectieve en professionele wijze, die consistent is met de manier waarop de andere dekens deze taken uitoefenen. De advocaat is op grond van Regel 29 en artikel 5:20 Awb verplicht om medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is bij de uitoefening van de bevoegdheden van de deken en daartoe de benodigde informatie te verschaffen (HvD 21 augustus 2020, ECLI:NL:TAHVD:2020:145 en HvD 7 november 2022,  ECLI:NL:TAHVD:2022:156).

5.2 Vast staat dat verweerder pas na herhaalde verzoeken gedurende een lange periode en pas nadat tegen hem een dekenbezwaar en verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet is ingediend, is overgegaan tot het overleggen van een verzekeringsbewijs. Een advocaat is gehouden om op eerste verzoek van de deken een verzekeringsbewijs over te leggen. Verweerder heeft het verzekeringsbewijs uiteindelijk overgelegd, maar hij heeft de deken nodeloos lang in onzekerheid gelaten of hij al dan niet tegen beroepsaansprakelijkheid verzekerd was, wat hem tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Onderdeel a van het bezwaar is daarom gegrond.

5.3 Als niet weersproken staat vast dat verweerder geen opgave heeft gedaan van de financiële kengetallen over 2021. Een advocaat is, gelet op de in 5.1 geformuleerde uitgangspunten, gehouden jaarlijks de financiële kengetallen aan de deken aan te leveren. Verweerder heeft dit niet gedaan, wat hem tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Onderdeel c van het bezwaar is daarom ook gegrond.

5.4 Vast staat dat verweerder ondanks herhaalde aanmaningen de lokale ordebijdrage over 2022 niet heeft betaald. Van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht dat hij binnen de daarvoor gestelde betalingstermijn overgaat tot betaling van de (lokale) ordebijdragen. Het valt verweerder tuchtrechtelijk aan te rekenen dat hij, ondanks diverse aanmaningen, met betaling in gebreke is gebleven en pas nadat een dekenbezwaar tegen hem is ingediend een betalingsregeling met de deken heeft getroffen. Onderdeel b van het bezwaar is daarom eveneens gegrond.

5.5 Verweerder heeft in 2022 aantoonbaar 3 opleidingspunten gehaald, terwijl in 2022 op hem de verplichting rustte om 20 opleidingspunten te halen en 17 punten over 2021 in te halen. Verweerder heeft een inschrijvingsbewijs van een cursus van 6 punten op het gebied van personen- en familierecht aan de deken overgelegd, maar hij heeft niet aangetoond de cursus ook daadwerkelijk te hebben gevolgd en de punten te hebben behaald. Ook na ontvangst van het dekenbezwaar in november 2022 heeft verweerder niet aangetoond in 2022 meer dan 3 opleidingspunten te hebben gehaald. Verweerder is ter zitting niet verschenen, zodat hierover geen vragen aan verweerder konden worden gesteld. De raad gaat er daarom vanuit dat verweerder in 2022 slechts 3 opleidingspunten heeft gehaald. Dit betekent dat verweerder in 2022 34 opleidingspunten te weinig heeft gehaald, wat hem tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Tevens is gebleken dat verweerder zijn inschrijving in het rechtsgebiedenregister op de rechtsgebieden personen- en familierecht en vreemdelingenrecht niet heeft laten doorhalen, terwijl hij niet heeft voldaan aan de daarbij behorende opleidingsverplichtingen, wat verweerder tuchtrechtelijk eveneens valt aan te rekenen. Onderdeel d van het bezwaar is daarom ook gegrond.

 

6 MAATREGEL

6.1 Het bezwaar is in alle onderdelen gegrond. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 29 gehandeld door niet op eerste verzoek de door de deken verzochte informatie te verstrekken. Verweerder heeft de deken hierdoor belemmerd in zijn toezichthoudende taak, wat verweerder alleen al tuchtrechtelijk ernstig valt aan te rekenen. Daarnaast heeft verweerder de lokale ordebijdrage niet voldaan, in 2021 en 2022 onvoldoende opleidingspunten  gehaald en nagelaten zijn inschrijving in het rechtsgebiedenregister door te halen. De raad is van oordeel dat al het bovenstaande een zware tuchtrechtelijke maatregel rechtvaardigt. De raad houdt daarnaast rekening met het feit dat verweerder zich per 1 december 2022 heeft laten uitschrijven als advocaat en dat het, gelet op de leeftijd van verweerder, niet aannemelijk is dat verweerder zich met een verzoek tot herinschrijving tot de raad van de orde zal wenden. De raad beperkt zich bij de oplegging van een maatregel daarom tot de maatregel van berisping.

 

7 KOSTENVEROORDELING

7.1 Nu de raad een maatregel oplegt, zal de raad verweerder daarnaast op grond van artikel 48ac lid 1 Advocatenwet veroordelen in de volgende proceskosten:

a) € 750,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en

b) € 500,- kosten van de Staat.

7.2 Verweerder moet het bedrag van € 1.250,- (het totaal van de in 7.2 onder b en c genoemde kosten) binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, overmaken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline" en het zaaknummer.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het bezwaar in alle onderdelen gegrond;

- legt aan verweerder de maatregel van berisping op;

- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 1.250,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.2.

 

Aldus beslist door mr. P.H. Brandts, voorzitter, mrs. J.D.E. van den Heuvel en E.J.M. Rosier, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2023.

 

Griffier                                                                            Voorzitter

 

Verzonden op: 13 maart 2023