Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-12-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2022:186

Zaaknummer

22-384/DB/LI

Inhoudsindicatie

Klacht over advocaat in zijn hoedanigheid van advocaat en deken. Voorzitter heeft juiste toetsingsnorm gehanteerd en alle feiten en omstandigheden beoordeeld.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch van 29 december 2022

in de zaak 22-384/DB/LI

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 30 mei 2022 op de klacht van:

 

klaagster

 

tegen:

 

verweerder

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 3 februari 2022 heeft klaagster bij het buro van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Omdat verweerder deken is van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland, heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van het  Hof van Discipline, bij beslissing van 2 maart 2022 de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) aangewezen voor onderzoek en behandeling van de klacht van klaagster tegen verweerder.

1.3 Op 4 mei 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-024  van de deken ontvangen.

1.4 Bij beslissing van 30 mei 2022 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.5 Op 23 juni 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift per e-mail van 23 juni 2022 ontvangen.

1.6 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 november 2022. Tijdens de zitting was klaagster aanwezig. Verweerder heeft zich tijdens de zitting laten vertegenwoordigen door mr. X., directeur van het bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.      

1.7 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de email van klaagster van 3 november 2022.

 

2 KLACHT

2.1 Voor een weergave van de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.  

 

3 VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

- de beslissing is gebaseerd op onjuiste/onvolledige feiten en de voorzitter heeft een  onjuiste toetsingsmaatstaf gehanteerd. De voorzitter heeft namelijk niet de gedragsregels, de Voda en de advocatenwet als toetsingsmaatstaf gehanteerd, maar (ten onrechte) de regels van stellen en betwisten.    

- de klacht ziet ook op verweerder als advocaat;

- voorzover de klacht zich richt tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken heeft deze betrekking op het weigeren onderliggende stukken in te brengen.

- klaagster is van mening dat zij wel voldoende feiten heeft aangevoerd en duidelijk is geweest over de hoedanigheid waarin verweerder bepaalde rechtshandelingen heeft verricht (mbt r.o. 3.1);

 

4 BEOORDELING  

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken en U.T. Hoekstra, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 29 december 2022.

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

Verzonden : 29 december 2022