Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-08-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2022:160

Zaaknummer

21-902/A/A

Inhoudsindicatie

Ongegrond verzet. 

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 15 augustus 2022 in de zaak 21-902/A/A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 17 januari 2022 op de klacht van:

klager

over:

    verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1    Op 1 juni 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder. 1.2    Op 11 november 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1452286/EJH/GJP van de deken ontvangen.  1.3    Bij beslissing van 17 januari 2022 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen. 1.4    Op 17 januari 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen. 1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 18 juli 2022. Daarbij was verweerder aanwezig. Klager is niet verschenen. 1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2    VERZET 2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in: 2.2    Verweerder heeft telefonisch tot twee keer toe de verwachting en het vertrouwen gewekt dat hij de heer A ook bijstond in het huurgeschil met klager. De e-mail die de heer A in de laatste week van augustus 2020 aan klager heeft gestuurd lijkt te zijn opgesteld door verweerder. 2.3    Verweerder heeft klager nadrukkelijk uitgenodigd om een afspraak te maken over de eindafrekening van 27 augustus 2020 die uitsluitend is gericht aan het kantooradres van verweerder. Klager heeft verweerder gevraagd de eindafrekening aan de heer A te sturen of met hem te bespreken. Later is gebleken dat verweerder de eindafrekening nooit heeft doorgestuurd. 2.4    Verweerder heeft de heer A in mei 2021 ook vertegenwoordigd toen de spullen uit de woning van de heer A gehaald moesten worden, bij gebreke waarvan verweerder een rekening zou krijgen. 2.5    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT 3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. 4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.  4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. J.C. Ellerman en G. Kaaij, leden, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 augustus 2022.

Griffier    Voorzitter

Verzonden op: 15 augustus 2022