Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-04-2022

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2022:60

Zaaknummer

21-913/DB/OB

Inhoudsindicatie

Te laat ingesteld verzet. Beslissing van de voorzitter is per aangetekende e-mail aan klager verzonden. Verzettermijn vangt aan de dag nadat de beslissing is verzonden. Dat klager enkele dagen heeft gewacht met het ophalen van de aangetekende e-mail maakt dit niet anders.

Inhoudsindicatie

Verzet niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch van 25 april 2022

in de zaak 21-913/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 21 december 2021 op de klacht van:

 

klager

 

tegen:

 

verweerder

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 24 februari 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 16 november 2021 heeft de raad het dossier met kenmerk 48/21/036K van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 21 december  2021 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond  verklaard. De griffie van de raad heeft de beslissing van de voorzitter van 21 december 2021 op 21 december 2021 per aangetekende en per gewone email verzonden.

1.4 Op 25 januari 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift per e-mail  ontvangen op 25 januari 2022 om 23:56 uur.

1.5 De ontvankelijkheid van het verzet is behandeld op de zitting van de raad van  7 maart 2022. Klager is niet verschenen. Verweerder heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door zijn kantoorgenoot mr R.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de door mr R. overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen en van hetgeen overigens ter zitting naar voren is gebracht.

 

2 ONTVANKELIJKHEID  

2.1 Alvorens het verzet kan worden beoordeeld dient de ontvankelijkheid van het verzet te worden vastgesteld. Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 1 Advocatenwet kon klager  tegen de beslissing van de voorzitter van 21 december 2021 binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline. De beslissing is door de griffie van de raad op 21 december 2021 per aangetekende en per gewone email aan klager toegezonden. De termijn waarbinnen klager verzet kon doen tegen deze beslissing ging in op 22 december 2021, te weten de dag na verzending van de beslissing door de griffie. Dat klager tot 26 december 2021 heeft gewacht alvorens het op 21 december 2021 per aangetekende e-mail aan hem toegezonden emailbericht op te halen, maakt dit niet anders. De beslissing is tevens per gewone e-mail van 21 december 2021 aan klager toegezonden.

2.2 Klager heeft op 25 januari 2022, en dus niet binnen de in artikel 46 h lid 1 Advocatenwet bepaalde termijn, verzet gedaan tegen de beslissing van de raad van discipline. Klager heeft geen redenen aangevoerd waaruit blijkt dat er sprake is van een verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding. De raad zal het verzet daarom niet-ontvankelijk verklaren.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

 

Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek en M.M.C. van de Ven, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 april 2022.

 

 

Griffier                                                           Voorzitter

 

 

Verzonden op: 25 april 2022