Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-04-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2021:92

Zaaknummer

21-262/DH/DH/W

Inhoudsindicatie

Wraking kennelijk ongegrond

Uitspraak

Beslissing van de Wrakingskamer van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 8 april 2021 in de zaak 21-262/DH/DH/W naar aanleiding van het verzoek tot wraking van na te noemen tuchtrechters, ingediend door:

 

1.    (…)

2.    (…)

beiden wonende te (…)

verzoekers

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) is een klachtzaak aanhangig onder nummer 20-764/DH/DH met verzoekers als klagers. De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 maart 2021 door mrs. S.M. Krans, voorzitter, en  P.O.M. van Boven-de Groot en R. de Haan, leden. Op die zitting hebben verzoekers mrs. Krans, Van Boven-De Groot en De Haan (hierna: de tuchtrechter(s)) gewraakt. Verzoekers hebben op die zitting een schriftelijk wrakingsverzoek overgelegd.

1.2    De tuchtrechter(s) hebben niet berust in de wraking en zij hebben op 18 maart 2021 een verweerschrift ingediend.

1.3    De wrakingskamer van de raad (hierna: de wrakingskamer) heeft bij zijn beslissing kennisgenomen van de dossierstukken uit zaak 20-764/DH/DH, waaronder het proces-verbaal van de zitting op 15 maart 2021, en van het wrakingsverzoek en het verweerschrift.

 

2    BEOORDELING

2.1    Op grond van artikel 47 Advocatenwet en artikel 512 Wetboek van Strafvordering is wraking van een tuchtrechter mogelijk op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.2     Van dergelijke feiten en omstandigheden kan sprake zijn door de subjectieve instelling van de tuchtrechter ten opzichte van een partij of van het voorliggend geschil. Wraking is verder mogelijk als feiten en omstandigheden betreffende de persoon van de tuchtrechter, los van diens subjectieve instelling, een partij in objectieve zin grond geven te vrezen dat de tuchtrechter niet onpartijdig is. Bij dat laatste is ook van belang dat de schijn van partijdigheid wordt vermeden. Elke tuchtrechter wordt uit hoofde van zijn aanstelling vermoed onpartijdig te zijn. Dit is alleen anders als zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de tuchtrechter in kwestie vooringenomen is tegen verzoekers, althans dat de vrees daarvoor bij verzoekers objectief gerechtvaardigd is. De wrakingskamer zal onderzoeken of dergelijke feiten en omstandigheden door verzoekers zijn gesteld en aannemelijk zijn geworden.

2.3    Verzoekers hebben aan het wrakingsverzoek het volgende ten grondslag gelegd. De voorzitter heeft op het verzoek van verzoekers om drie getuigen te horen besloten om slechts een getuige, de heer Plat, te horen en om pas later in de procedure te beslissen over het horen van de tweede en de derde getuige. Op het herhaalde verzoek van 19 februari 2021 om toch te besluiten tot het horen van drie getuigen hebben verzoekers geen inhoudelijke reactie ontvangen. Op de zitting van 15 maart 2021 hebben verzoekers gevraagd om aanhouding van de zaak om alsnog drie getuigen te kunnen oproepen en in de door hen gewenste volgorde te horen. De raad heeft dit verzoek afgewezen. De raad heeft besloten om over te gaan tot het horen van de heer Plat en om de beslissing over het horen van de tweede en de derde getuige aan te houden.

2.4    De wrakingskamer stelt voorop dat het niet aan de wrakingskamer is om in de hoofdzaak genomen processuele beslissingen, zoals de beslissing over het al dan niet horen van getuigen, inhoudelijk te toetsen. Wraking kan niet fungeren als rechtsmiddel tegen onwelgevallige of onjuiste (proces)beslissingen. Zie de uitspraak van het Hof van Discipline van 13 maart 2020, ECLI:NL:TAHVD:2020:50.

2.5    Naar het oordeel van de wrakingskamer betreft de door de raad gehandhaafde beslissing van de voorzitter om eerst getuige Plat te horen en daarna pas te beslissen over het horen van andere getuigen een processuele beslissing. Daar komt bij dat de raad de beslissing van de voorzitter niet zomaar heeft overgenomen. Op de zitting is opnieuw over de te horen getuigen gedebatteerd en pas na overleg in raadkamer heeft de raad tot handhaving van de eerder genomen beslissing besloten. Het is bovendien geen (aanstonds) onbegrijpelijke beslissing, omdat de klacht van verzoekers is gegrond op de stelling dat contact heeft plaatsgevonden tussen de heer Plat en verweerster in de hoofdzaak tijdens een getuigenverhoor. Gelet op dit alles heeft de wrakingskamer geen grond te twijfelen aan de onpartijdigheid van de tuchtrechters en kan het wrakingsverzoek niet slagen.

2.6    De wrakingskamer verwerpt ook het standpunt van verzoekers dat vooringenomenheid van de tuchtrechters blijkt uit de omstandigheid dat voor de zitting op 15 maart 2021 niet inhoudelijk is gereageerd op hun bericht van 19 februari 2021. De wrakingskamer overweegt daartoe dat het bericht zag op het verzoek van verzoekers tot het horen van drie getuigen. Op dat verzoek was al gereageerd; de voorzitter had al een beslissing genomen. Bovendien is het verzoek opnieuw ter sprake geweest op de zitting en heeft de raad daar opnieuw over beslist. Dat deze beslissing verzoekers onwelgevallig is, betekent niet dat de tuchtrechters jegens hen vooringenomen zijn.

2.7    Het wrakingsverzoek bevat verder ook geen feiten of omstandigheden die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid van de tuchtrechter(s) schade zou kunnen lijden.

2.8    Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond. De wrakingskamer zal, gelet op artikel 4 van het Wrakingsprotocol raden van discipline, het verzoek zonder behandeling ter zitting afwijzen.

 

BESLISSING

De wrakingskamer:

- verklaart het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond.

- bepaalt dat de mondelinge behandeling van de hoofdzaak, zaaknummer 20-764/DH/DH, zal worden voortgezet op een nader te bepalen datum en tijdstip.

 

Aldus beslist door mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter, mrs. J.H.M. Nijhuis en A.B. Baumgarten, leden, bijgestaan door mr. A. Tijs als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2021.