Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-03-2021

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2021:49

Zaaknummer

200272

Inhoudsindicatie

Artikel 13 beklag. De kantonrechter is de aangewezen rechter om de procedure die klager wenst in te stellen te behandelen. Omdat er geen sprake is van een procedure waarin vertegenwoordiging of bijstand van een advocaat verplicht is gesteld, is het beklag van klager tegen de afwijzing door de deken van het verzoek om een advocaat af te wijzen ongegrond.

Uitspraak

BESLISSING

Van 15 maart 2021

in de zaak 200272

    

naar aanleiding van het beklag van:

    

klager

    

tegen:

    

de deken

 

1    HET BEKLAG

1.1    Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen met zijn beslissing van 17 november 2020. Klager heeft een beklag d.d. 3 december 2020 tegen de beslissing van de deken ingediend bij het hof.

 

2    DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1    Het beklag is per e-mailbericht op 3 december 2020 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2    Verder bevat het dossier:

- e-mailberichten van klager van 3 december 2020 en 13 december 2020;

- het verweerschrift met bijlagen van de deken d.d. 16 december 2020;

- e-mailberichten van klager van 23 december 2020, 4 januari 2021, 7 januari 2021, 10 januari 2021, 22 januari 2021, 25 januari 2021 en 26 januari 2021.

2.3    Het hof heeft het verzoek in raadkamer behandeld op basis van de stukken uit het dossier.

 

3    FEITEN

Het hof stelt de volgende feiten vast.

3.1    Klager heeft op 9 november 2020 de deken verzocht een advocaat aan te wijzen op grond van artikel 13 Advocatenwet. Klager schrijft in zijn brief dat hij sinds 2012 grote overlast ervaart van zijn buurman. Klager heeft een aantal jaren geleden een advocaat gevraagd naar zijn probleem met de buurman te kijken, maar zij gaf aan niet veel voor hem te kunnen doen. Klager noemt in zijn brief een zestal advocaten die hij zou hebben benaderd om hem bij te staan, maar die zich hiertoe niet bereid hebben verklaard. Hij heeft een overzicht bijgevoegd van meldingen die hij bij de politie heeft gedaan vanwege overlast van zijn buurman. Klager geeft aan een advocaat nodig te hebben om zijn verhuurder aan te spreken en hem te dwingen ervoor te zorgen dat hij geen overlast meer ervaart van zijn buurman.

3.2    In een e-mailbericht van 11 november 2020 heeft de deken op het verzoek van klager gereageerd. Daarin schrijft de deken aan welke voorwaarden moet zijn voldaan en welke informatie nodig is om het verzoek te kunnen beoordelen. In een e-mailbericht van diezelfde datum heeft klager hierop gereageerd en heeft hij zijn verzoek nader toegelicht.

3.3    In een e-mailbericht van 17 november 2020 heeft de deken het verzoek om aanwijzing van een advocaat van klager afgewezen. De deken schrijft klager dat hij een aantal redenen heeft om het verzoek af te wijzen. Een reden is dat artikel 13 Advocatenwet bepaalt dat aanwijzing door de deken van een advocaat alleen aan de orde is in een zaak waar vertegenwoordiging door een advocaat verplicht is voorgeschreven dan wel bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden.

3.4    In een e-mailbericht van 24 november 2020 heeft klager op de afwijzing van zijn verzoek door de deken gereageerd. Klager verzoekt de deken zijn beslissing te herzien.

3.5    Op 3 december 2020 heeft klager zich bij het hof beklaagd over de afwijzing van zijn verzoek door de deken. De deken had op dat moment nog niet op het e-mailbericht van klager van 24 november 2020 gereageerd.

 

4    BEOORDELING

Beklag

4.1    Klager voert het volgende aan. Hij is van mening dat hij aan alle voorwaarden van artikel 13 Advocatenwet heeft voldaan. Klager heeft een opsomming gegeven van allerlei instanties die hem hebben geholpen, maar zonder succes. Ook heeft hij een zestal advocaten genoemd die hij heeft gevraagd om hem bij te staan en heeft hij een telefoonlijst verstrekt waaruit blijkt dat hij een aantal advocaten heeft gebeld om te vragen of zij bereid zijn hem te helpen. Geen advocaat heeft zich hiertoe bereid verklaard, waardoor hij de deken heeft gevraagd aan hem een advocaat aan te wijzen. Klager benadrukt in de e-mailberichten met bijlagen die hij nadien naar de griffie van het hof heeft gestuurd, dat hij zeer veel hinder ondervindt van het gedrag van zijn buurman en hij veelvuldig aangifte bij de politie heeft gedaan. De meest recente aangifte die klager heeft overgelegd dateert van 26 januari 2021.

Verweer deken

4.2    De deken heeft verweer gevoerd. Voor zover nodig zal in de beoordeling hierop worden teruggekomen.

Toetsingskader

4.3    Op grond van artikel 13 Advocatenwet kan een rechtzoekende die niet (tijdig) een advocaat bereid vindt hem bij te staan in een zaak waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven of bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, zich wenden tot de deken met het verzoek een advocaat aan te wijzen. De deken kan een verzoek op grond van dit artikel alleen wegens gegronde redenen afwijzen. Een dergelijke reden kan onder meer bestaan indien de door klager gewenste procedure geen verplichte procesvertegenwoordiging kent.

Beoordeling

4.4    Het hof begrijpt uit het beklag dat klager al jarenlang zeer veel hinder ondervindt van het gedrag van zijn buurman en hij een advocaat zoekt om bij zijn verhuurder af te dwingen dat de verhuurder ervoor zorgt dat klager geen overlast meer ervaart van zijn buurman. De kantonrechter is de aangewezen rechter om de procedure die klager wenst in te stellen te behandelen. Het betreft een huurzaak en op grond van artikel 93 sub c Rv worden alle huurzaken in eerste instantie door de kantonrechter behandeld. De deken heeft in dat verband terecht aangevoerd dat voor een kantonprocedure geen advocatenbijstand verplicht is. Voor hulp bij het opstellen van  een dagvaarding kan klager bijvoorbeeld ook een beroep doen op een deurwaarder. Reeds omdat er geen sprake is van een procedure waarin vertegenwoordiging of bijstand van een advocaat verplicht is gesteld, is het beklag van klager tegen de afwijzing door de deken van het verzoek om een advocaat af te wijzen ongegrond (HvD 28 augustus 2017, 170140).

 

BESLISSING

Hof van Discipline:

- verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van 17 november 2020 van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland ongegrond.

 

Deze beslissing is gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. A.M. van Amsterdam en L.H. Rammeloo, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van der Hoorn, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2021.

griffier     voorzitter   

 

De beslissing is verzonden op 15 maart 2021.