Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-03-2018

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2018:39

Zaaknummer

17-488/DH/RO

Inhoudsindicatie

Tussenbeslissing. Na sluiting van het onderzoek is de raad tot de conclusie gekomen dat hij thans over onvoldoende informatie beschikt om tot een gedegen oordeel te komen. De raad wenst van verweerder met name nadere informatie over de wijze waarop verweerder invulling heeft gegeven aan het toezicht dat hij op [advocaat] heeft gehouden, mede in het licht van eerdere tuchtrechtelijke maatregelen betreffende [advocaat]. Daarom heropent de raad het onderzoek en zal een nieuwe zittingsdatum worden bepaald.

Uitspraak

Tussenbeslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag

van 5 maart 2018

in de zaak 17-488/DH/RO

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster sub 1

en

klager sub 2

over:

verweerder

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 3 februari 2017, aangevuld bij brief van 3 maart 2017, hebben klagers bij het Hof van Discipline een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij beslissing van 17 februari 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline de klacht op grond van artikel 46c lid 5 Advocatenwet voor onderzoek verwezen naar de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken).

1.3 Bij brief aan de raad van 26 juni 2017 met kenmerk R 2017/48 edl/dh, door de raad ontvangen op 27 juni 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.4 Bij beslissing van 21 augustus 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline de klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. Klagers hebben verzet ingesteld tegen die beslissing.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 5 februari 2018 om 12.00 uur. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Het verzet is behandeld in aanwezigheid van klagers. Verweerder heeft de griffie van de raad bij e-mail van 5 februari 2018 te 07.51 uur bericht dat hij wegens griepklachten niet ter zitting zou verschijnen.

1.6 De uitspraak is bepaald op 9 april 2018.

2 BEOORDELING

2.1 Na sluiting van het onderzoek is de raad tot de conclusie gekomen dat hij thans over onvoldoende informatie beschikt om tot een gedegen oordeel te komen. De raad wenst van verweerder met name nadere informatie over de wijze waarop verweerder invulling heeft gegeven aan het toezicht dat hij op [advocaat] heeft gehouden, mede in het licht van eerdere tuchtrechtelijke maatregelen betreffende [advocaat]. Daarom heropent de raad het onderzoek en zal een nieuwe zittingsdatum worden bepaald. Beide partijen dienen op die zitting te verschijnen.

BESLISSING

De raad van discipline:

- heropent het onderzoek;

- bepaalt dat partijen dienen te verschijnen op een nader te bepalen zitting;

- houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. A.J.N. van Stigt en A.B. van Rijn, leden, bijgestaan door mr. N.M. van Trijp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2018.

 

Deze beslissing is in afschrift op 5 maart 2018 verzonden.