Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:38

Zaaknummer

6303

Inhoudsindicatie

Bekrachtiging uitspraak raad. Echtgenote klager niet-ontvankelijk nu zij zich voor het eerst in hoger beroep heeft gemeld als klaagster. Gedragscode voor Europese Advocaten niet van toepassing.

Uitspraak

Beslissing van 7 januari 2013

in de zaak 6303

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klagers

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Hertogenbosch (verder: de raad) van 19 december 2011, onder nummer H89 2011, aan partijen toegezonden op 20 december 2011, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder, de klacht op alle onderdelen ongegrond is  verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 18 januari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder;

- de brief van verweerder d.d. 17 september 2012;

- de brief van verweerder d.d. 4 oktober 2012;

- de brief van klagers d.d. 17 oktober 2012.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 5 november 2012, waar klagers, en hun  gemachtigde mr. X., en verweerder zijn verschenen. Mr. X. heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat:

- Hoewel door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in het gelijk gesteld, bestaat er voor klager geen mogelijkheid zijn kosten, materiële schade en immateriële schade op het Rijk te verhalen;

- Verweerder is ten onrechte niet op basis van een toevoeging voor klagers opgetreden, hoewel dit wel tot de mogelijkheden had behoord;

- Verweerder heeft op kosten van klager diverse rapporten laten opstellen zonder daarvan uiteindelijk in de procedure gebruik te maken.

4 FEITEN

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 In hoger beroep heeft de echtgenote van klager zich (voor het eerst) als klaagster aangemeld. Klaagster moet derhalve niet- ontvankelijk  worden verklaard in haar hoger beroep.

5.2   Klager heeft in beroep aangevoerd dat de raad zich ten onrechte niet heeft gebaseerd op de gedragscode voor Europese advocaten, meer in het bijzonder op art 2.7. Het hof verwerpt dit beroep nu deze code niet van toepassing is, daar het in  deze zaak niet gaat om grensoverschrijdende activiteiten van verweerder.

5.3  De raad heeft in de overwegingen 3. uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn  beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over.

5.4 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- verklaart het beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 19 december 2011, gewezen onder nummer H89-2011 niet-ontvankelijk voor zover ingesteld door klaagster;

- en; bekrachtigt voornoemde beslissing.

 

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. P.T. Gründemann, J.C. van Oven, G.R.J. de Groot en L. Ritzema, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2013.