Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-06-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:189

Zaaknummer

7380

Inhoudsindicatie

Verweerder benaderde de rechter in een zaak die voor vonnis stond. Vermeend voorbehoud is niet relevant, waarschuwing.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 8 juni 2015

in de zaak 7380

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klager

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 5 december 2014, onder nummer 77a/13, aan partijen toegezonden op 8 december 2014, waarbij een klacht van klager tegen verweerder gegrond is verklaard en aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL: TADRARL:2014:419.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 6 januari 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klager;

-    de brief van verweerder van 13 februari 2015;

-    de brief van klager van 25 maart 2015

-    de mail van verweerder van 26 maart 2015;

-    de mail van verweerder van 26 maart 2015;

-    de brief van klager van 27 maart 2015.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 10 april 2015, waar klager en verweerder zijn verschenen. Beide partijen hebben gepleit aan de hand van een pleitnota.

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

Verweerder zonder toestemming van klager, vlak na de zitting van 19 maart 2013, de rechter nog een fax heeft gestuurd met een kopie van een brief van klager gericht aan notaris mr. H. van 18 juni 2012. Het is verweerder niet toegestaan om, na het vragen van vonnis, zonder toestemming van klager, deze brief aan de rechter te overleggen.

4    FEITEN

Het volgende is komen vast te staan:

4.1    Op 19 maart 2013 vond ten overstaan van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland een kort geding plaats, waarbij klager voor de eisende partij optrad en verweerder voor de gedaagde partij optrad.

4.2    Na afloop van de mondelinge behandeling heeft verweerder de voorzieningenrechter een fax gestuurd. Bij vonnis van 27 maart 2013 heeft de voorzieningenrechter de vordering van de cliënt van klager afgewezen.

5    BEOORDELING

Vast staat dat verweerder, door, nadat vonnis was gevraagd en zonder aan klager toestemming te vragen om een fax met bijlage aan de rechter te zenden, in strijd met gedragsregel 15 lid 2 heeft gehandeld. Verweerder stelt dat hij bij de mondelinge behandeling een voorbehoud heeft gemaakt het stuk in te sturen. Dit argument baat verweerder echter niet. Wat er ook zij van de vraag of verweerder een dergelijk voorbehoud heeft gemaakt, het was verweerder niet toegestaan zich na het vragen van vonnis nog zonder toestemming van klager tot de rechter te wenden. Door dit toch te doen heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De raad heeft de klacht terecht gegrond verklaard en het hof zal de beslissing van de raad bekrachtigen.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

    bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 5 december 2014, gewezen onder nummer 77a/13.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs.

J.H.J.M. Mertens-Steeghs, M.L. Weerkamp, G.J.L.F. Schakenraad en I.E.M. Sutorius, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2015.