Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-09-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:217

Zaaknummer

15-295/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij om namens zijn bij vonnis tot betaling veroordeelde cliënt in reactie op een verzoekt tot vrijwillige betaling te reageren met een beroep op verrekening. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 2 september 2015

in de zaak 15-295/DB/ZWB

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klager

 

tegen:

 

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Zeeland-West-Brabant van 20 augustus 2015 met kenmerk K14-136 , door de raad ontvangen op 21 augustus 2015 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1             Klager was met de cliënte van verweerder verwikkeld in een civielrechtelijke procedure. Klager is bij vonnis van de rechtbank veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 9.250,- aan de cliënte van verweerder. Klager heeft aan voormeld vonnis voldaan, maar is hiervan wel in hoger beroep gekomen. Bij arrest dd. 30 september 2014 is het vonnis van de rechtbank voor zover klager daarin is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 9.250,- vernietigd en is klager veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.500,- , met compensatie van de proceskosten.

1.2             Klager heeft op grond van voormeld arrest terugbetaling van het door hem teveel betaalde gevorderd. Verweerder heeft aan de advocaat van klager per e-mail dd. 30 oktober 2014 bericht dat zijn cliënte hem opdracht heeft gegeven aanvullende procedures te entameren met betrekking tot alle schade, voortvloeiend uit onrechtmatige daad, die klager zijn cliënte heeft berokkend. Verweerder heeft zich vervolgens namens zijn cliënte beroepen op verrekening van de vordering van klager uit hoofde van het arrest dd. 30 september 2014 met de vordering van zijn cliënte uit hoofde van de door klager gepleegde onrechtmatige daad.

1.3             Klager heeft het arrest aan de cliënte van verweerder doen betekenen, waarna de cliënte van verweerder het door klager gevorderde bedrag heeft betaald.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder ten onrechte namens zijn cliënte een beroep heeft gedaan op verrekening;

2.    verweerder niet heeft getracht zijn cliënte er toe te bewegen om de betaling zoals in het arrest bepaald uit te voeren.

 

3.           VERWEER

3.1         In rechte is vastgesteld dat klager zich onrechtmatig een aan de cliënte van verweerder in eigendom toebehorende kraan heeft toegeëigend en dat klager daarom de waarde van de kraan aan de cliënte van verweerder diende te betalen. Verweerder heeft in antwoord op de terugvordering van het door klager te veel betaalde namens zijn cliënte aan klager in eerste instantie bericht dat door zijn cliënte als gevolg van het onrechtmatig handelen van klager  buiten de waarde van de kraan nog aanzienlijke schade was geleden en heeft ter zake namens zijn cliënte beroep op verrekening gedaan. De cliënte van verweerder heeft direct na betekening van het arrest het gevorderde bedrag alsnog aan klager terugbetaald.

3.2         Verweerder heeft niet klachtwaardig gehandeld. Hij heeft het standpunt van zijn cliënte naar voren gebracht. Het is begrijpelijk dat de cliënte van verweerder van oordeel is dat hij ten gevolge van het in rechte vastgestelde onrechtmatig handelen van klager aanvullende schade heeft geleden. Over de aanvullende schade was nog niet geprocedeerd. De cliënte van verweerder heeft hem verzocht de schade als vordering in te dienen en een beroep te doen op verrekening. Het betrof een reële vordering.

 

 

4.           BEOORDELING

4.1         Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

 

4.2         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.3         De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij  de beoordeling van een dergelijke klacht geldt als uitgangspunt dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn of zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag enerzijds niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, maar anderzijds ook niet worden misbruikt, wat het geval kan zijn als de belangen van de wederpartij (klager) nodeloos worden geschaad. Hiervan is uit de aan de raad overgelegde stukken niet gebleken.

 

4.4         Vast staat dat verweerder, nadat aan zijn cliënte was verzocht om het op grond van het arrest van het gerechtshof dd. 30 september 2014 door klager teveel betaalde terug te betalen, aan de advocaat van klager heeft bericht dat zijn cliënte naast de waarde van de kraan ook de overige door de onrechtmatige toe-eigening van de kraan door klager veroorzaakte schade wenste te vorderen en daarom een beroep deed op verrekening.  Het was de taak van verweerder om de belangen van zijn cliënte te behartigen en haar standpunt aan klager kenbaar te maken. Het valt verweerder tuchtrechtelijk dan ook niet aan te rekenen dat hij namens zijn cliënte een beroep op verrekening heeft gedaan. Het stond verweerder vrij om overeenkomstig het verzoek van zijn cliënte te reageren op het verzoek tot vrijwillige terugbetaling aan klager. Dat het klager niet welgevallig was dat de cliënte van verweerder niet direct tot vrijwillige voldoening aan het arrest dd. 30 september 2014 wenste over te gaan waardoor klager tot betekening van het arrest heeft moeten overgaan betekent niet dat verweerder daarmee de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Het stond verweerder vrij om in overleg met zijn cliënt de aanpak van de zaak, waaronder het al dan niet vrijwillig voldoen aan het arrest van het gerechtshof, te bepalen.

 

4.5         De voorzitter zal de klacht op grond van het bovenstaande in beide onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  2 september  2015.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 11 september 2015

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch. Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw te Breda aan de Sluissingel 20.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

08 8-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.