Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-03-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:60

Zaaknummer

L 145 - 2014

Inhoudsindicatie

Advocaat heeft onder meer door urenspecificatie voldoende aangetoond dat hij de afspraken dd. 17 januari 2011 (mogelijkheden voor het voeren van een herzieningsprocedure onderzoeken) is nagekomen. Dat het resultaat van het onderzoek van verweerder klager niet welgevallig was, betekent niet dat verweerder geen onderzoek heeft verricht naar de mogelijkheden tot het starten van een herzieningsprocedure.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

 

Beslissing van  9 maart 2015

in de zaak L 145-2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

                        

     klager

 

 

 

                      tegen:

 

                     

 

                      

                      

 

                      verweerder

 

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 13 mei 2014 met kenmerk DOK 6693, door de raad ontvangen op 14 mei 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 12 januari 2014 in aanwezigheid van verweerder . Klager heeft de raad per telefax dd. 9 januari 2015 bericht wegens ziekte niet aanwezig te kunnen zijn. De griffier van de raad heeft klager per telefax dd. 12 januari 2015 bericht dat, nu klager niet om aanhouding van de mondelinge behandeling had verzocht, de mondelinge behandeling door zou gaan. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 13 mei 2014, met bijlagen;

-     de brief van klager dd. 21 december 2014, met bijlagen;

-     de brieven van verweerder dd. 27 en 31 december 2014, met bijlagen.

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Klager heeft zich in december 2002 tot verweerder gewend met het verzoek hem in een civiele procedure bij staan. In eerste aanleg is de vordering van klager toegewezen. In appel  is het vonnis van de rechtbank door het gerechtshof vernietigd en de vordering van klager afgewezen. Klager heeft zich bij brief dd. 5 oktober 2010 bij de deken beklaagd over de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder.

2.2      Op 17 januari 2011 heeft bij de deken een bespreking tussen klager en          verweerder plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek is tussen klager en          verweerder het volgende overeengekomen:

1.     verweerder zal aan de hand van (nieuw) aangeleverde stukken onderzoeken of een herzieningsprocedure tegen X kans van slagen heeft;

2.     wanneer partijen tot het oordeel komen dat een procedure aldus in gang zal worden gezet, zal deze op basis van een toevoeging voor klager plaatsvinden. Verweerder zal de eigen bijdrage niet innen.

3.     partijen zullen in toekomstige contacten respectvol met elkaar omgaan;

4.     verweerder zal klager, ongeacht het resultaat van het onder 1 en 2 gestelde (onverplicht) tegemoetkomen in een deel van het destijds aan klager in rekening gebracht honorarium middels restitutie aan klager van een nader te bepalen bedrag;

5.     partijen zullen op zo kort mogelijke termijn met elkaar een afspraak maken in verband met de voortgang van de zaak. De heer Y zal bij toekomstige contacten klager begeleiden.

Klager heeft tijdens voormeld gesprek verklaard de klacht tegen verweerder in te trekken en verzocht de deken om het dossier te sluiten.

  2.3     Bij brief dd. 24 februari 2014 heeft klager zich opnieuw beklaagd over het optreden van verweerder.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de overeenkomst die klager en verweerder bij gelegenheid van de klachtbespreking op 17 januari 2011 tegenover de deken hebben gesloten, slechts ten dele is nagekomen; met name wat betreft de afspraak dat verweerder zou bezien of een herzieningsprocedure tegen X kans van slagen heeft èn– zo ja- dat een toevoeging voor klager zou worden aangevraagd, waarvan verweerder de eigen bijdrage zou dragen.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerder heeft uitgebreid onderzoek gedaan of een herzieningsprocedure kans van slagen had. Verweerder heeft na uitvoerige correspondentie met diverse betrokkenen en klager vastgesteld dat er geen verdere mogelijkheden aanwezig waren om met succes een herzieningsprocedure te voeren. Er was geen sprake van een resultaatsverbintenis. Verweerder heeft zich in voldoende mate ingespannen. Verweerder heeft blijkens zijn urenspecificatie betreffende de periode 03-02-11 tot 08-07-13 in totaal 13,75 uur hieraan besteed. Verweerder heeft hiervoor conform afspraak een toevoeging gekregen en de eigen bijdrage niet geïnd. Verweerder heeft klager regelmatig op de hoogte gehouden.

4.2         Verweerder heeft in tegenstelling tot eerdere gemaakte afspraken het volledig honorarium ad euro € 12.500,- excl. BTW en de kosten van de beroepsprocedure geheel onverplicht aan klager gerestitueerd.

 

5          BEOORDELING

5.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

5.2      Vast staat dat de eerder door klager tegen verweerder ingediende klachten betreffende de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder door klager zijn ingetrokken. De klacht die thans nog ter beoordeling aan de raad voorligt betreft de vraag of verweerder de door klager en verweerder tijdens de bespreking bij de deken op 17 januari 2011 gemaakte afspraken geheel is nagekomen.

5.3      Klager heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd, waaruit blijkt dat verweerder geen onderzoek naar de mogelijkheden voor een herzieningsprocedure heeft gedaan. Verweerder stelt daartegenover dat hij de mogelijkheden voor het voeren van een herzieningsprocedure uitvoerig heeft onderzocht en heeft een urenspecificatie overgelegd waaruit blijkt dat hij in de periode 03-02-11 tot 08-07-13 hieraan in totaal 13,75 uur heeft besteed. Dat het resultaat van het onderzoek van verweerder klager niet welgevallig was, betekent niet dat verweerder geen onderzoek heeft verricht naar de mogelijkheden tot het starten van een herzieningsprocedure. De raad is van oordeel dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat hij de afspraken dd. 17 januari 2011 is nagekomen. De raad zal de klacht op grond hiervan ongegrond verklaren.

 

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek, U.T. Hoekstra, H.C.M. Schaeken en N.M Lindhout-Schot, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 maart 2015 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 9 maart 2015

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

 

en per e-mail verzonden aan:

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

-      klager

-        de deken van de orde van advocaten te Limburg   

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl