Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-06-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:181

Zaaknummer

7504

Inhoudsindicatie

Herziening van een beslissing van het hof niet mogelijk als een klager dit verzoekt. Geen herziening ten nadele.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 1 juni 2015

in de zaak 7504

naar aanleiding van het herzieningsverzoek van:

verzoekster tot herziening

1    BESLISSING WAARVAN HERZIENING WORDT VERZOCHT

Bij beslissing van 28 juli 2014, onder nummer 14-36, heeft de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden een klacht van verzoekster tegen mr. X., ongegrond verklaard. Op het door verzoekster tegen voormelde beslissing ingestelde hoger beroep heeft het hof bij beslissing van 2 maart 2015, nr. 7242, de beslissing  van de raad bekrachtigd.

2    HET VERZOEK TOT HERZIENING

2.1    Het verzoek, gedateerd 23 april 2015, waarbij verzoekster het Hof van Discipline om herziening verzoekt van bovengenoemde beslissing van 2 maart 2015, is op 29 april 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

3    BEOORDELING

3.1    Tegen een beslissing van het Hof van Discipline is in de Advocatenwet geen gewoon rechtsmiddel opengesteld. De Advocatenwet voorziet evenmin in de mogelijkheid tot herziening van een uitspraak van de tuchtrechter. In zijn beslissing van 14 juni 1999, gegeven onder nummer 2509, heeft het hof beslist dat er in een uitzonderlijke situatie aanleiding kan zijn voor een herziening, namelijk in die situatie waarin sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen. In die zaak was een herzieningsverzoek ingediend door de verweerder aan wie een  tuchtrechtelijke maatregel was opgelegd. In zijn beslissing van 23 januari 2015, gegeven onder nummer 7291, heeft het hof beslist dat de hiervoor omschreven uitzondering beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin een verweerder jegens wie een klacht gegrond is verklaard, een beroep kan doen op schending van fundamentele rechtsbeginselen. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. Verzoekster is het kennelijk niet eens met deze beslissing, maar daarvoor is het rechtsmiddel van herziening niet gegeven.

3.2    Dat betekent dat het onderhavige verzoek tot herziening niet in behandeling kan worden genomen en dat verzoekster in haar verzoek tot herziening niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

        

verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot herziening van de beslissing van het Hof van Discipline van 2 maart 2015, nr. 7242.

Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, G.J.L.F. Schakenraad, M.L.J.C. van Emden-Geenen en I.E.M. Sutorius, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2015.