Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:82

Zaaknummer

13-075A

Inhoudsindicatie

Klachten tegen eigen advocaat. Niet-ontvankelijk nu klager vier jaar heeft gewacht met indienen van de klachten, terwijl in de tussentijd nog wel contact tussen klager en verweerder heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

Beslissing van 10 september 2013

in de zaak 13-075A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

bijgestaan door de heer mr.

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te Amsterdam

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 13 maart 2013 met kenmerk 13-13-0078, door de raad ontvangen op 14 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 juli 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de hiervoor genoemde brief van de deken;

- de stukken genummerd 1 tot en met 11, genoemd in de inventarislijst  bij de brief van de deken.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft klager bijgestaan in een strafzaak voor de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstaf van tien maanden, waarvan vier voorwaardelijk. Daarnaast heeft de politierechter beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen en bepaald dat klager een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van vier maanden moest uitzitten.

2.3 Verweerder heeft voor klager hoger beroep ingesteld.

2.4 De behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgevonden op 4 november 2008 voor het gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden. Verweerder is naar de zitting afgereisd, maar heeft ter zitting geen verweer gevoerd. Het hof heeft klager vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, met toepassing van artikel 416, tweede lid, Sv, nu klager geen schriftelijke of mondelinge bezwaren tegen het vonnis had aangevoerd.

2.5 Bij brief met bijlagen van 29 oktober 2012 heeft mr. G.A. Dorsman zich namens klager beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder in het algemeen klager tijdens de behandeling van het beroep van het vonnis van de politierechter niet adequaat heeft bijgestaan. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij:

a. geen gronden voor het beroep heeft aangevoerd;

b. klager niet behoorlijk voor de zitting heeft opgeroepen;

c. ter zitting niet om een aanhouding heeft verzocht;

d. zich niet als bepaaldelijk gevolmachtigde heeft gesteld en in die hoedanigheid verweer heeft gevoerd.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft als eerste aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht. Het is onduidelijk waarom klager vier jaar heeft gewacht met het indienen van zijn klacht. Klager heeft ook niet eerder blijk gegeven van ontevredenheid over de bijstand door verweerder, hoewel hij de uitspraak van het hof op verschillende momenten met verweerder op kantoor heeft besproken. Ook na het hoger beroep is klager nog diverse keren bij verweerder op kantoor verschenen, omdat een kantoorgenoot van verweerder klager bijstond in verband met vreemdelingenrechtelijke procedures. Tijdens geen van die bezoeken heeft klager geklaagd over het optreden van verweerder.

4.2 Daarnaast is het verweerder niet duidelijk waarin hij jegens klager tekort zou zijn geschoten. Het is van meet af aan de bedoeling van verweerder geweest om de strafzaak niet in hoger beroep te laten behandelen. Verweerder vreesde dat klager in hoger beroep tot een zwaardere straf zou worden veroordeeld. Door de afdoening in hoger beroep, in die zin dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard, is het belang van klager volgens verweerder op geen enkele wijze geschaad.

4.3 Genoemde processtrategie heeft verweerder ook met klager besproken tijdens een bespreking op 28 mei 2008. Weliswaar was tijdens die bespreking nog niet definitief besloten om het hoger beroep in te trekken, maar daarover zou klager zich nog uitlaten. Dat heeft klager echter niet gedaan. Dat was dan ook de reden dat verweerder wel naar de zitting in Leeuwarden is afgereisd, om daar klager, indien hij onverhoopt wel zou verschijnen, te kunnen bijstaan.

4.4 Verweerder heeft aangevoerd dat klager niet bereikbaar was. Klager was buiten beeld en leidde een zwervend bestaan. Hij verbleef in diverse asielzoekerscentra en op verschillende plaatsen waarvan verweerder niet op de hoogte was. Een en ander heeft ertoe geleid dat verweerder niet met klager over de strafzaak in hoger beroep heeft kunnen spreken, dat hij door klager niet bepaaldelijk gevolmachtigd was om voor hem de verdediging te voeren en dat het hem niet vrij stond om ter zitting van het hof het woord te voeren, met het gevolg dat de zaak is afgedaan zoals dat is gebeurd.

5 BEOORDELING

5.1 In het tuchtrecht voor advocaten gelden geen algemene termijnen voor de uitoefening van het klachtrecht. Bij de vraag of een klager, gelet op het tijdsverloop tussen de gedragingen van de advocaat waarover wordt geklaagd en de indiening van de klacht, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen. Enerzijds het ten gunste van de klager wegende maatschappelijke belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst en anderzijds het belang dat de advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid, dat onder meer meebrengt dat een advocaat er van mag uitgaan dat een klacht over de wijze waarop hij zijn werkzaamheden heeft verricht binnen een redelijke termijn wordt ingediend. Die termijn gaat eerst lopen op het moment dat de gevolgen van de handelwijze van de advocaat voor de klager kenbaar zijn geworden.

5.2 Bij deze afweging zal de tuchtrechter rekening houden met de relevante feiten en omstandigheden, zoals de aard en de ernst van de feiten waarop de klacht betrekking heeft, het tijdstip waarop de klager zich redelijkerwijs bewust had kunnen en behoren te zijn van de reden van zijn klacht, alsmede de moeilijkheden die de verweerder zal ondervinden om zich na een zeker tijdsverloop nog adequaat tegen de klacht te verweren. Toepassing van het beginsel van rechtszekerheid brengt mee dat van een klager kan worden verwacht dat hij niet te lang wacht.

5.3 In het onderhavige geschil staat vast dat klager en verweerder nog contact hebben gehad na het arrest van het hof van 4 november 2008, alsmede dat klager nadien nog diverse keren op het kantoor van verweerder is geweest. Klager heeft op geen enkel moment aan verweerder te kennen gegeven niet tevreden te zijn over diens bijstand, terwijl hem op dat moment de gevolgen van het intrekken van het hoger beroep reeds duidelijk waren dan wel hadden moeten zijn. Ook nu heeft klager nagelaten een verschoonbare reden aan te voeren waarom hij vier jaar heeft gewacht met het indienen van een klacht. De enkele omstandigheid dat klager naar eigen zeggen tot juli 2011 niet over het dossier beschikte maakt dat niet anders. Klager had immers ook reeds voor de ontvangst van het dossier zijn ongenoegen over de behandeling van zijn zaak aan verweerder kenbaar kunnen maken. Daarnaast geldt dat klager ook nadat hij het dossier heeft ontvangen ruim een jaar heeft gewacht met het indienen van een klacht. Verweerder hoefde medio 2012 geen rekening meer te houden met een dergelijke klacht. De raad acht het belang van verweerder bij rechtszekerheid dan ook zwaarder wegen dan het belang van klager bij toetsing van zijn klacht door de tuchtrechter.

5.4 Gelet op het voorgaande dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. P. van Lingen, R. Lonterman, J.H.P. Smeets, A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr.  C.C. Horrevorts als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 september 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten in het  arrondissement Amsterdam

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl