Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:110

Zaaknummer

13-75

Inhoudsindicatie

Het versturen van een sommatiebrief bestemd voor een werknemer aan het faxnummer van zijn werkgever zonder van te voren te onderzoeken bij wie de brief onder ogen zal komen is onzorgvuldig jegens de betreffende werknemer. Aan verweerder wordt een waarschuwing opgelegd.

Uitspraak

Beslissing van 7 oktober 2013

in de zaak 13-75

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

advocaat te [X]

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 20 maart 2013 met kenmerk RvT 1112-9419/LB/sd, door de raad ontvangen op 21 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013 in aanwezigheid van mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, mrs. J.H. Brouwer, R.J.A. Dil, I.P.A. van Heijst en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in punt 1.1 genoemde brief met als bijlagen de brieven genoemd op de inventarislijst, die is gevoegd bij de hiervoor genoemde brief.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Bij brief van 24 juli 2012 heeft verweerder een brief gestuurd, die is gericht aan de werkgever van klager, ter attentie van klager. Deze brief is zowel per post als per fax verzonden. 

2.3 Verweerder heeft zich in deze brief tot klager gewend omdat zijn cliënte € 201.500,- heeft uitgeleend aan een zevental debiteuren, waaronder klager en het bedrijf van klager, en zijn cliënte het door haar uitgeleende geld terug wenste te ontvangen. In de brief van 24 juli 2012 wordt klager verzocht een betalingsvoorstel te doen en  gesommeerd binnen 10 dagen een eerste betaling van € 30.225,- te doen terwijl de resterende hoofdsom uiterlijk op 1 januari 2013 diende te worden betaald bij gebreke waarvan rechtsmaatregelen zouden worden genomen waarbij het aanvragen van het faillissement niet uitgesloten zou zijn.

2.4 Verweerder heeft in die brief gesteld dat zijn cliënte na enig onderzoek heeft geconstateerd dat klager zijn voormalig huis- en werkadres heeft verlaten en dat hij daarom zijn brief zendt naar het adres van de werkgever van klager.

2.5 Klager heeft tot 16 maart 2012 in [Y} gewoond waarna hij naar [Z] is verhuisd.

2.6 Aan de sommatie van 24 juli heeft klager geen gevolg gegeven. Blijkens de brief van de rechtbank te Amsterdam van 13 augustus 2012 heeft verweerder begin augustus 2012 aan de rechtbank te Amsterdam verzocht klager failliet te verklaren welk verzoek is toegewezen waarna in hoger beroep op 3 oktober 2012 de faillietverklaring van klager is vernietigd.

2.7 Bij brief van 24 augustus 2012 heeft de advocaat van klager zich bij de deken beklaagd over het feit dat verweerder bij brief van 24 juli 2012 klager rechtstreeks heeft aangeschreven, wetende dat hij als advocaat voor klager optrad, zonder hem een afschrift van de brief toe te sturen. Verweerder was op de hoogte van het feit dat hij als advocaat voor klager optrad omdat hij de correspondentie had ontvangen, die is gevoerd tussen de eerdere advocaat van zijn cliënte en hem als advocaat van klager.

2.8 Tevens heeft de advocaat van klager zich er over beklaagd dat verweerder op of omstreeks 6 augustus 2012 een faillissementsrekest bij de rechtbank te Amsterdam heeft ingediend zonder hem daarvan een afschrift toe te sturen.

2.9 Bij brief van 26 oktober 2012 heeft de advocaat van klager zijn klachten tegen verweerder ingetrokken.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij klager bij brief van 24 juli 2012 heeft aangeschreven op het adres van zijn werkgever met verzending van een kopie van die brief aan het algemene faxnummer van de werkgever terwijl verweerder bekend was dat klager door zijn advocaat werd bijgestaan.

3.2 Stellingen van klager ter onderbouwing van zijn klacht, voor zover niet al onder de feiten opgenomen.

3.3 Het aanschrijven van klager op het adres van zijn werkgever met verzending van een kopie van die brief aan het algemene faxnummer van zijn werkgever betrof een wilde intimidatiepoging die de kennelijke bedoeling had om hem te beschadigen.

3.4 Verweerder vermeldt in de bewuste brief dat hij na enig onderzoek heeft geconstateerd dat klager zijn voormalig woon- en werkadres heeft verlaten, maar dat onderzoek kan zich onmogelijk hebben uitgestrekt tot het op normale wijze raadplegen van de gemeentelijke basisadministratie en het handelsregister. Hij stond correct ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en ook zijn vennootschap stond op het juiste adres ingeschreven.

3.5 Klager was na een periode van werkloosheid verheugd dat hij weer een baan had gevonden. Het betreft een baan als algemeen directeur bij een bedrijf met een groot aantal werknemers. Door de wijze waarop de sommatiebrief werd verzonden konden medewerkers zoals telefonistes en secretaresses kennisnemen van de brief. Het had ook anders gekund. Indien verweerder zijn adres en dat van zijn vennootschap niet had kunnen achterhalen, had hij kunnen volstaan met het zenden van een brief aan het adres van zijn werkgever, gericht aan hem, met de vermelding van ‘strikt persoonlijk/vertrouwelijk’.

4 VERWEER

4.1 Het was verweerder en zijn cliënte bekend dat klager zijn woonadres in [Y] had verlaten. Zijn nieuwe verblijfplaats was niet bekend. Via via heeft zijn cliënte vernomen bij welke werkgever klager werkzaam was. Hij heeft er vervolgens voor gekozen een fax en brief aan het adres van de werkgever te sturen maar ter attentie van klager persoonlijk. Het is allerminst de bedoeling geweest om derden werkzaam bij de werkgever van klager te informeren of klager persoonlijk te beschadigen. Het is echter niet uitgesloten dat dit toch is gebeurd. Zijn cliënte wilde er zeker van zijn dat zijn brief klager zou bereiken, hetgeen is gelukt. Verweerder meent dat hij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.2 Het is juist dat hij vergeten is een kopie van zijn brief aan klager aan de advocaat van klager te sturen. Hij heeft dit niet opzettelijk gedaan.

5 BEOORDELING

5.1 Vast staat dat verweerder klager op 24 juli 2012 een sommatiebrief heeft gestuurd waarbij hij gebruik heeft gemaakt van het faxnummer van de werkgever van klager zonder zich van te tevoren te verdiepen in de vraag wie zijn brief onder ogen zou (kunnen) krijgen. Verweerder stelt aldus te hebben gehandeld omdat klager was verhuisd, hij van zijn cliënte de naam van de werkgever van klager had vernomen en zijn cliënte er groot belang bij had dat de brief zo spoedig mogelijk onder ogen van klager zou komen. Door de brief aan het faxnummer van de werkgever van klager te sturen heeft verweerder – zoals hij heeft erkend – willens en wetens het risico genomen dat zijn brief onder ogen zou komen van werknemers, die niets met de aangelegenheid die speelde tussen klager en de cliënte van verweerder te maken hadden, waardoor een onaanvaardbare inbreuk op de privacy van klager is gemaakt.

5.2 De raad is van oordeel dat verweerder aldus tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het moge zo zijn dat zijn cliënte een spoedeisend belang had dat de sommatie klager zo spoedig zou bereiken. Er stonden verweerder echter andere en betere methoden ter beschikking om dat doel te bereiken, zoals het verzenden van een aan klager gerichte brief naar het adres van de werkgever van klager in een gesloten enveloppe met het opschrift ‘strikt persoonlijk/vertrouwelijk’ en verweerder had ook (eerst) pogingen in het werk kunnen stellen om het adres waarheen klager verhuisd was bij de gemeentelijke basisadministratie of de kamer van koophandel te achterhalen. Verweerder had zich moeten en kunnen realiseren dat zijn aanpak, terwijl het anders had gekund, bij de nieuwe werkgever van klager en de medewerkers vragen zou kunnen oproepen die schadelijk zouden hebben kunnen zijn voor klager. Daarom is de raad van oordeel dat de klacht van klager tegen verweerder gegrond is.

5.3 Verweerder heeft zijn brief van 24 juli 2012 op de hiervoor beschreven wijze uitsluitend aan klager doen toekomen ook al was bij hem bekend door welke advocaat hij werd bijgestaan, althans kon bij hem bekend worden verondersteld door welke advocaat klager terzijde werd gestaan. Verweerder had de beschikking over de eerdere correspondentie die was gevoerd tussen de vorige advocaat van zijn cliënte en de advocaat van klager. Daarom had verweerder een kopie van zijn brief van 24 juli 2012 aan de advocaat van klager moeten sturen. Omdat gesteld noch gebleken is dat de belangen van klager door de handelwijze van verweerder zijn geschonden, is dit klachtonderdeel van onvoldoende gewicht om daar tuchtrechtelijke consequenties aan te verbinden.

5.4 Op de klachten van de advocaat van klager hoeft niet door de raad te worden beslist omdat deze zijn ingetrokken.

6 MAATREGEL

6.1 Omdat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige inbreuk op de privacy van klager, die ingrijpende gevolgen voor klager teweeg zouden hebben kunnen brengen, meent de raad dat na te noemen maatregel aan verweerder dient te worden opgelegd. Bij zijn oordeel heeft de raad betrokken dat verweerder niet eerder met de tuchtrechter in aanraking is gekomen.

BESLISSING

De raad van discipline:

De klacht van klager tegen verweerder is gegrond. Aan verweerder wordt de maatregel van een enkele waarschuwing opgelegd.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, mrs. J.H. Brouwer, R.J.A. Dil, I.P.A. van Heijst en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 9 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

en per gewone post aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.