Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:27

Zaaknummer

6321

Inhoudsindicatie

Bekrachtiging beslissing raad. Klachten over optreden advocaat wederpartij ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 7 januari 2013

in de zaak 6321

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 16 januari 2012, onder nummer R.3536/11.38, aan partijen toegezonden op 17 januari 2012, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder de klachtonderdelen a en b niet-ontvankelijk zijn verklaard en de klachtonderdelen c tot en met j ongegrond zijn verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 25 januari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 5 november 2012, waar klager en verweerder zijn verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 Klager verwijt verweerder dat:

a) hij heeft gecorrespondeerd met de rechtbank nadat de zitting had plaatsgevonden en de zaak voor beschikking stond;

b) er sprake is van intimidatie van door de rechtbank ingestelde instanties;

c) hij klager heeft geïntimideerd en zonder enig bewijs heeft beschuldigd van mishandeling van zijn kind;

d) hij zijn ex-echtgenote tegen hem heeft opgezet;

e) hij zijn ex-echtgenote heeft aangezet tot het doen van valse aangifte van mishandeling;

f) hij klager ongefundeerd negatief heeft afgeschilderd in gerechtelijke stukken;

g) hij herhaaldelijk financiële stukken niet heeft aangeleverd;

h) hij keihard heeft gelogen over de inkomenssituatie van zijn cliënte terwijl geen onderbouwende stukken zijn ingeleverd;

i) hij moedwillig feiten heeft verdraaid (klager zou afspraken met B hebben afgezegd, wat niet het geval is);

j) hij heeft getracht te verhinderen dat er medische zorg aan klagers kinderen is verleend.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 De raad heeft in de overwegingen 5.1 tot en met 5.8 gemotiveerd uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn  beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over .

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage van 16 januari 2012, gewezen onder nummer R.3536/11.38.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. P.T. Gründemann, J.C. van Oven, G.R.J. de Groot en L. Ritzema, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2013.