Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:134

Zaaknummer

R. 4177/13.84

Inhoudsindicatie

Verzet. Raad verenigt zich  met het oordeel van de plaatsvervangend voorzitter. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 24 april 2013, met kenmerk R 12/13/58 ml, door de raad ontvangen op 25 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 27 mei 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 28 mei 2013 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij brief van 4 juni 2013, door de raad ontvangen op 6 juni 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 28 oktober 2013 in aanwezigheid klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

 

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter te kort door de bocht is aangezien daarbij geen of onvoldoende betekenis is toegekend aan het feit dat:

a. verweerster nooit een deugdelijk en gedegen oordeel en advies aan de Rechtbank kon en mocht geven indien zij niet met klager had gesproken;

b. het aan verweerster was om met klager een afspraak te maken en een gesprek te voeren over haar advies aan de rechtbank;

c. verweerster de rechtbank doelbewust heeft misleid en voorzien heeft van leugenachtige informatie;

d. verweerster doelbewust een zeer belangrijk rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 10 juli 2010 heeft genegeerd;

e. verweerster weigerde essentiële informatie te verschaffen over haar deskundigheid als bijzonder curator.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met haar beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit alles brengt mee dat het verzet ongegrond is.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper, E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier uitgesproken ter openbare zitting van 16 december 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.