Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-05-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2768

Zaaknummer

11-295A

Inhoudsindicatie

verzet gegrond; klacht ongegrond

Inhoudsindicatie

11-295A: klacht tegen advocaat wederpartij (verzet)

Inhoudsindicatie

Klager is belanghebbende bij de klacht, ook al zijn de verweten uitlatingen jegens zijn moeder gedaan nu deze uitlatingen onmiskenbaar het familieleven van klager hebben geraakt. Klager heeft in dit geval een eigen rechtstreeks belang te klagen.

Uitspraak

Verzetbeslissing van 30 mei 2012

in de zaak 11-295A  

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 11 november 2011 op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat

 verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 13 oktober 2011 (met kenmerk 1011-866; Assor/mr. Loonstein), door de raad ontvangen op 14 oktober 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 11 november 2011 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 15 november 2011 is verzonden aan klager.

1.3 Bij ongedateerde brief door de raad ontvangen op 28 november 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 7 maart 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Verweerder heeft pleitnotities overgelegd.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager;

- het proces-verbaal van de zitting van 7 maart 2012.

 

 

2 FEITEN EN KLACHT

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter ten onrechte klagers klacht niet-ontvankelijk heeft geacht nu de klacht ook betrekking heeft op gedragingen jegens klager zelf en niet enkel ziet op gedragingen jegens klagers moeder.

4 BEOORDELING

4.1 Anders dan de voorzitter is de raad van mening dat klager wel direct in zijn belangen is geschaad door verweerders uitlatingen jegens de moeder van klager. Immers, de (vermeende) uitlatingen hebben plaatsgevonden op het moment dat klager met zijn kinderen te Israel bij of althans in de buurt van moeder verbleef, zodat hoe dan ook het contact tussen verweerder en klagers moeder, dat in ieder geval heeft plaatsgevonden, zijn weerslag heeft gehad op klager. Het verzet is derhalve gegrond en de beslissing van de voorzitter zal worden vernietigd.

4.2 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij heeft te gelden de door het Hof van Discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat deze in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

4.3 De raad komt evenwel aan de toetsing van de maatstaf uit 4.2 niet toe nu de uitingen aan het adres van klager zelf en/of zijn moeder gemotiveerd door verweerder zijn weersproken. Inhoudelijk zijn aldus de feitelijke verwijten niet komen vast te staan zodat de klacht als ongegrond (en onbewezen) zal worden afgewezen.

 BESLISSING

De raad van discipline verklaart:

- het verzet gegrond;

- de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th. S. Röell, voorzitter, mrs. S.M. Gaasbeek-Wilinga, G. Kaaij, P. van Lingen, B.J. Sol, leden, bijgestaan door mr. L. Koning als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 mei 2012.

griffier   voorzitter                  

Deze beslissing is in afschrift op 30 mei 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl