Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-12-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3700

Zaaknummer

H282-2012

Inhoudsindicatie

Indien een advocaat van oordeel is dat er redenen aanwezig zijn om in een processtuk af te wijken van het standpunt van zijn cliënt, dient hij dit met zijn cliënt te bespreken en dit, om misverstanden te voorkomen, schriftelijk te bevestigen. Aan de cliënt dient de keuze te worden voorgelegd zich te verenigen met het door de advocaat voorgestelde beleid, dan wel zich tot een andere advocaat te wenden.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond ; enkele waarschuwing

Uitspraak

Beslissing van 17 december 2012

in de zaak H 282 - 2012

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klager

 

tegen:

 

B

 

                                        verweerder

 

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 4 oktober 2012 met kenmerk K, door de raad ontvangen op 5 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement H de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 3 december 2012 in aanwezigheid van verweerder . Klager heeft de griffie van de raad ten tijde van de mondelinge behandeling telefonisch bericht niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 4 oktober 2012, met bijlagen.

 

 

 

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Verweerder heeft klager in de periode van 26 juni 2011 - 17 februari 2012 bijgestaan in een echtscheidingsprocedure.

2.2         Verweerder heeft namens klager een verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank ingediend. De wederpartij heeft op 6 oktober 2011 een verweerschrift tevens zelfstandig verzoek ingediend. Verweerder heeft hiervan op 7 oktober 2011 een afschrift aan klager toegezonden, met het verzoek hierop te reageren. Klager heeft hierop per email gereageerd. Verweerder heeft klager per email dd. 4 november 2011 bericht de reactie van klager te hebben verwerkt in bijgevoegd verweerschrift tegen het zelfstandig verzoek van de wederpartij, hetgeen die dag zou worden ingediend. Klager heeft op dd. 4 november 2011 op dit herziene verweerschrift gereageerd. Verweerder heeft het verweerschrift tegen het zelfstandig verzoek op 4 november 2011 bij de rechtbank ingediend. Op 7 november 2011 is een aanvulling op het verweerschrift naar de rechtbank gezonden.

2.3         Verweerder heeft klager per e-mail dd. 9 december 2011 bericht dat op 13 februari 2012 een mondelinge behandeling zou plaatsvinden. Verweerder verzocht klager om toezending van enkele financiële bescheiden, zodat deze aan de rechtbank doorgezonden konden worden.

2.4         Op 13 februari 2012 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De rechtbank heeft verweerder bij brief van 14 februari 2012 bericht dat de rechtbank had besloten klager in de gelegenheid te stellen om via zijn advocaat uiterlijk op 6 maart 2012 de jaarrekening 2011 van zijn onderneming in het geding te brengen.

2.5         Klager heeft verweerder per e-mails dd. 14 en 16 februari 2012 benaderd waarin hij verweerder verzocht op zijn e-mails te reageren. Op 17 februari 2012 heeft klager verweerder bericht zijn opdracht aan verweerder te beëindigen. Op 20 februari 2012 heeft klager de stukken bij het kantoor van verweerder opgehaald.

3                klacht

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

 

verweerder klager ondanks verzoek niet van advies heeft voorzien, niet heeft gereageerd op e-mails en brieven, niet met klager heeft gecommuniceerd, klager van valse informatie heeft voorzien, onrechtmatig uren heeft gedeclareerd  en doordat verweerder pensioenpapieren heeft achtergehouden dan wel zoekgemaakt.

 

 

4                VERWEER

4.1         Gezien de termijn die naderde en het gegeven dat klager zijn reactie op 4 november 2011 toezond, is het verweerschrift tegen het zelfstandig verzoek inderdaad reeds ingediend en tegelijkertijd is verzocht om zijn reactie. Omdat aansluiting was gezocht bij klagers eerdere reactie op het verweerschrift van de wederpartij, is er vanuit gegaan dat klager akkoord zou zijn met de inhoud van het verweerschrift. Daarbij was ingecalculeerd dat het nog mogelijk was om een aanvulling c.q. wijziging in te dienen dan wel ter zitting een en ander nog ander aan te vullen c.q. te wijzigen, gelet op het informele karakter van familierechtprocedures.

4.2         Verweerder heeft uiteindelijk ook een nadere aanvulling aan de rechtbank toegestuurd. Ten aanzien van de waarde van de inboedel was door klager een niet reëel bedrag genoemd. Het door klager genoemde bedrag van €24.000, - zou door de rechtbank nooit gehonoreerd zijn; althans niet voor de aanwezige boedelbestanddelen. Om die reden is ervoor gekozen om aan te sluiten bij ‘het dubbele’ van de waarde gesteld door de wederpartij, ook al had klager daartegen bezwaar. Het ‘dubbele‘ had tot doel aan te geven dat de inboedel veel meer waard was dan wat de wederpartij daarover had gesteld. Dat klager de stelling innam dat de waarde van de inboedel € 24.000, - bedroeg, betekent niet dat verweerder daarmee als advocaat akkoord diende te gaan. De advocaat dient aansluiting te zoeken bij het belang van de cliënt en dient een proceshouding in te nemen die zoveel mogelijk gericht is op het bereiken van een resultaat dat het meest in het belang van zijn cliënt is. Een advocaat is dominus litis.

4.3         Het door verweerder ter zitting gedane voorstel van € 500, - aan alimentatie voor de dochter van klager kwam voort uit de mededeling van klager dat hij voor zijn dochter evenveel wilde betalen als wat zijn twee andere kinderen hadden gekregen. Aan deze kinderen was een bedrag van € 30.000, - aan studiekosten uitgegeven. Naderhand bleek dat dit bedrag betrekking had op beide kinderen gezamenlijk. Verweerder kan onmogelijk, zoals klager stelt, hebben toegezegd dat klager bij een dergelijke kinderalimentatie geen partneralimentatie zou hoeven te betalen. Verweerder verkeert niet in de positie dat hij dit aan iemand kan toezeggen.

4.4         Verweerder heeft klager herhaaldelijk per e-mail en telefonisch geïnformeerd over het procedureverloop. Het is juist dat een medewerkster van het kantoor van verweerder de behandeling van de zaak gedeeltelijk heeft waargenomen. Het staat een advocaat vrij om een medewerker onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden in een zaak te laten verrichten.

4.5         Het is juist dat verweerder niet direct heeft gereageerd op de e-mails van klager in de periode 14-16 februari 2012. Daarna was verweerder niet meer in de gelegenheid om te reageren, omdat klager de opdracht aan verweerder had ingetrokken.

4.6         Voor een klacht over de declaratie dient de begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht te worden gevolgd. Verweerder heeft overigens niet onrechtmatig uren gedeclareerd.

4.7         Verweerder heeft geen pensioenpapieren achtergehouden. Hij heeft hierbij geen enkele belang. Er bevinden zich geen pensioenpapieren in het dossier van verweerder.

 

5                BEOORDELING

5.1     De raad stelt voorop dat een advocaat zijn cliënt er altijd van op de hoogte dient te brengen, wanneer hij aanleiding ziet af te wijken van hetgeen zijn cliënt in een procedure wenst in te brengen. Ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij dit steeds schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.

5.2     Als door verweerder erkend staat vast dat verweerder heeft nagelaten om klager uit te leggen, waarom hij van mening was dat de door hem aangevoerde waarde van de inboedel niet als reëel kon worden aangemerkt en waarom het naar de mening van verweerder beter was om het verweerschrift op dat punt anders te formuleren, alsmede dat verweerder heeft nagelaten schriftelijk te bevestigen dat hij het standpunt van klager ten aanzien van de waarde van de boedel niet in het verweerschrift had overgenomen.

 

5.3     Weliswaar komt aan een advocaat voor het -in overleg met zijn cliënt- te voeren beleid een ruime vrijheid toe, maar indien een advocaat van oordeel is, dat er redenen aanwezig zijn om af te wijken van het door zijn cliënt ingenomen standpunt, dient hij met zijn cliënt te bespreken, waarom hij van oordeel is dat dit standpunt  niet kan worden gevolgd en dient hij, om misverstanden te voorkomen, dit schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. Vervolgens dient aan de cliënt de keuze te worden voorgelegd, zich hiermee te verenigen, dan wel om zich tot een andere advocaat te wenden. Nu verweerder, zonder overleg met klager, heeft besloten het standpunt van klager ten aanzien van de waarde van de inboedel niet over te nemen en het verweerschrift in strijd met de wens van klager op te stellen, acht de raad de klacht, voor zover hiertegen gericht, gegrond.

 

5.4     Verweerder heeft niet betwist dat hij klager voorafgaand aan de zitting niet ervan op de hoogte had gesteld dat hij ter zitting een bedrag van € 500, - aan kinderalimentatie naar voren zou brengen. Klaarblijkelijk was er sprake van een misverstand tussen klager en verweerder ten aanzien van de bedragen van levensonderhoud en studiekosten voor de dochter van klager, reden waarom de zitting werd geschorst. Gebleken is dat klager tijdens de hervatte zitting akkoord is gegaan met een bedrag van € 500, - aan kinderalimentatie. De raad geeft aan klager toe dat het op de weg van verweerder had gelegen hierover voorafgaand aan de zitting duidelijke afspraken met klager te maken. Nu klager zich ter zitting akkoord heeft verklaard met het bedrag van € 500,- aan kinderalimentatie is de raad van oordeel dat verweerder de gang van zaken, hoewel deze geen schoonheidsprijs verdient,  tuchtrechtelijk niet valt aan te rekenen. Dat verweerder, zoals klager stelt, aan hem zou hebben toegezegd dat hij dan geen partneralimentatie hoefde te betalen is niet komen vast te staan.

 

5.4     Dat verweerder niet heeft gereageerd op de e-mails van klager van 14 en 16 februari 2012 valt verweerder tuchtrechtelijk niet aan te rekenen, aangezien klager reeds op 17 februari 2012 de opdracht aan verweerder heeft ingetrokken en verweerder aldus geen redelijke tijd heeft gekregen om op de e-mails van klager te reageren.

 

5.5     Voor zover klager met zijn klacht dat verweerder hem van valse informatie heeft voorzien bedoelt dat verweerder klager er niet van op de hoogte heeft gesteld dat klager de jaarrekening 2011 van zijn bedrijf aan de rechtbank diende te overleggen, kan dit niet tot gegrondheid van dit klachtonderdeel leiden, nu klager zelf blijkens zijn brief van 5 januari 2012 ervan op de hoogte was dat hij de jaarrekening 2011 van zijn bedrijf diende over te leggen.

 

   5.6    Voor zover de klacht is gericht tegen de wijze van declareren door verweerder, stelt de raad voorop dat de raad niet de bevoegdheid heeft declaratiegeschillen te beslechten, doch dat de raad slechts waakt tegen excessief declareren. Hiervan is in deze niet gebleken, zodat dit onderdeel van de klacht niet tot gegrondheid kan leiden.

 

5.7     Nu verweerder betwist te beschikken over pensioenstukken en klager niet heeft aangegeven om welke concrete stukken het gaat, kan ook dit onderdeel van de klacht niet tot gegrondheid leiden.

 

 6       MAATREGEL

 6.1    Nu de klacht gedeeltelijk gegrond zal worden verklaard, acht de raad de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht gegrond voor zover deze erop is gericht dat verweerder klager  niet heeft geïnformeerd over het feit dat hij zijn verweerschrift anders heeft ingericht dan dat klager wilde en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing en verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. A. Groenewoud, L.J.G. de Haas, E.J.P.J.M. Kneepkens en M.B.Ph. Geeraedts, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en -bij vervroeging- uitgesproken ter openbare zitting van 17 december 2012 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op17 december 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

 

-      klager

-            verweerder

-            de deken van de orde van advocaten te H

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl