Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3300

Zaaknummer

M 251-2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Van een advocaat kan niet worden verwacht een opdracht te aanvaarden zonder dat hij kennis heeft genomen van de in houd van de zaak en zonder afspraken omtrent zijn honorarium te hebben gemaakt. Verweerder heeft bij gelegenheid van het eerste gesprek te kennen gegeven dat hij eerst de stukken diende te bestuderen alvorens de opdracht te aanvaarden, wat verweerder per e-mail dd. 11 september 20-11 schriftelijk heeft bevestigd. Voor zover de email van 22 augustus 2011 bij klager tot misverstand heeft geleid is deze in een vroeg stadium door verweerder weggenomen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

 

Beslissing van 27 augustus 2012

in de zaak M 251 - 2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

 

klager

 

tegen

 

B

 

verweerder

 

 

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 20 december 2011 met kenmerk DOK 6931 , door de raad ontvangen op 21 december 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 juni 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder.  Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.2         De raad heeft kennisgenomen van:

-          de brief van de deken van 20 december 2011, met bijlagen;

 

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

-           Klager heeft zich per email dd. augustus 2011 tot verweerder gewend in verband met de overname van een erfrechtkwestie. Verweerder heeft klager per email dd. 22 augustus 2011 als volgt geantwoord:

“ In vervolg van uw verzoek in onderstaande mail, ben ik graag bereid om de zaak over te nemen en voor u als advocaat in de erfrechtkwestie op te treden.

U kunt mij kopieën van de stukken per post (op onderstaand adres) of per mail doen toekomen waarna wij een afspraak kunnen maken om de zaak te bespreken. Ik zal dan eveneens het plan van aanpak met u bespreken en uw eventuele vragen beantwoorden.” (…)

-           Op 5 september 2011 heeft een gesprek tussen klager en verweerder plaatsgevonden op kantoor van verweerder. Klager schreef per email dd. 9 september 2011 het volgende

“ Hieronder bevestig ik ons gesprek van afgelopen maandag waarin u toezegde actie te ondernemen zoals hieronder ook aangegeven. Ik meen dat U zei, mij dinsdag m.b.t. de afgesproken zaken per mail te informeren.

Ik verneem derhalve graag van u.”

-           Verweerder antwoordde per e-mail van 9 september 2011 als volgt:

“ Naar aanleiding van ons vrijblijvend gesprek van afgelopen maandag heb ik niet toegezegd dat ik de zaak definitief van Mr.X zou overnemen. Ik heb aangegeven dat ik een inschatting maak van de haalbaarheid van hetgeen u verlangt. Daarna kan worden bezien of ik de zaak van Mr.X overneem en een overeenkomst van opdracht tot stand komt.”

-           Op 11 september 2011 heeft verweerder aan klager bericht dat hij onvoldoende gronden aanwezig achtte om met succes het door klager gewenste resultaat te bereiken. Hij heeft klager geadviseerd zich voor verdere rechtsbijstand tot mr X te wenden.

 

3               KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.      hoewel verweerder had aangegeven de zaak van klagers eerdere advocaat te zullen overnemen, later _ te weten tijdens het eerste gesprek – heeft gesteld pas aan de hand van de uitkomst van dat gesprek te zullen beslissen over overname van de zaak;

2.      verweerder de zaak niet wilde overnemen indien dit op basis van een toevoeging zou zijn;

3.      verweerder, in geval de rechtszaak zou worden gewonnen en een toevoeging zou vervallen, akkoord zou gaan met een percentage van de gehonoreerde claim

 

4               VERWEER

4.1         Met klager is geen overeenkomst van opdracht tot stand gekomen. Verweerder heeft de zaak niet overgenomen van de vorige advocaat van klager. Verweerder heeft tijdens het eerste gesprek met klager medegedeeld dat het een vrijblijvend gesprek zou zijn, waaraan geen kosten waren verbonden. Verweerder had tijdens het eerste gesprek een klein meningsverschil met klager. Hij heeft klager medegedeeld dat hij de haalbaarheid van de zaak kosteloos zou onderzoeken, voordat het eventueel tot een overeenkomst van opdracht zou komen. Verweerder heeft dat per email dd. 9 september 2011 bevestigd. Verweerder heeft klager vervolgens bericht de zaak niet van zijn vorige advocaat te zullen overnemen, omdat er onvoldoende gronden aanwezig waren om met succes het door klager gewenste resultaat te bereiken.

4.2         Het is gebruikelijk dat voordat een overeenkomst van opdracht tot stand komt eerst een gesprek tussen een cliënt en een advocaat plaatsvindt tussen advocaat en rechtzoekende over de aard van de werkzaamheden en de voorwaarden van de overeenkomst, wat verweerder ook heeft gedaan.

4.3         Verweerder heeft de zaak niet geweigerd omdat het een zaak op basis van een toevoeging was, maar omdat er een verschil van mening was omtrent de aanpak van de zaak en de haalbaarheid daarvan.

4.4         Over het honorarium is niet gesproken in de zin van klachtonderdeel 3. Verweerder was zeer terughoudend om de opdracht te aanvaarden gezien het meningsverschil met klager. Verweerder heeft enkel in het algemeen gesproken over een honorarium waarbij een redelijk salaris in rekening zou worden gebracht indien de toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand zou worden ingetrokken. .

 

5               BEOORDELING

5.1         Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is gebleken dat verweerder in antwoord op de vraag van klager of hij een erfrechtkwestie van zijn advocaat zou willen overnemen, zich daartoe bereid heeft verklaard. De raad volgt klager niet in zijn stelling dat uit de email van 22 augustus 2011 van verweerder volgt dat verweerder de opdracht van klager tot het verrichten van werkzaamheden heeft aanvaard. Klager stelt ervaring te hebben met meerdere advocaten. Hoewel de tekst van de e-mail van verweerder van 22 augustus 2011 aanleiding kon geven tot misverstand, had het voor klager op grond van zijn ervaringen met eerdere advocaten duidelijk moeten zijn dat een overeenkomst tot opdracht pas tot stand komt nadat afspraken zijn gemaakt over de aanpak van de zaak en nadat financiële afspraken over de kosten van de werkzaamheden zijn gemaakt. Van een advocaat kan immers niet worden verwacht een opdracht te aanvaarden zonder dat hij kennis heeft genomen van de inhoud van de zaak en zonder afspraken omtrent zijn honorarium te hebben gemaakt. Verweerder heeft bij gelegenheid van het eerste gesprek te kennen gegeven dat hij eerst de stukken diende te bestuderen alvorens de opdracht te aanvaarden, wat verweerder per e-mail dd. 9 september 2011 schriftelijk heeft bevestigd. Voor zover de email van 22 augustus 2011 bij klager tot misverstand heeft geleid is deze in een vroeg stadium door verweerder weggenomen.

 

5.2         Ter zake het tweede en het derde onderdeel van de klacht staan de standpunten van klager en verweerder tegenover elkaar, zodat de feitelijke grondslag van deze klachtonderdelen niet is komen vast te staan. In gevallen als deze, waarin de lezingen van partijen omtrent het handelen of nalaten van de advocaat uiteenlopen en niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen de juiste is, kan de klacht niet gegrond worden verklaard. Dit berust niet hierop dat het woord van klager minder geloof zou verdienen dan het woord van verweerder, maar op de omstandigheid dat voor de kwalificatie van het handelen of nalaten van verweerder als tuchtrechtelijk verwijtbaar eerst dient te worden vastgesteld dat het verweten handelen of nalaten feitelijk heeft plaatsgevonden. Dat nu is in deze zaak niet mogelijk.

 

5.3         Op grond van het bovenstaande zal de raad de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaren.

 

              6        BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, L.J.G. de Haas, A. Groenewoud en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 augustus 2012 .

 

 

                        griffier                                                                          voorzitter                                                                                                                           

Deze beslissing is in afschrift op 31 augustus 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerder

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-                      klager

-                      verweerder

         -               de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-                      de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.             Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.             Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.             Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl