Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-04-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2631

Zaaknummer

H157-2011

Inhoudsindicatie

Niet gebleken dat verweerder na de vrijlating van klager uit bewaring op de hoogte was van diens adres. Direct nadat klager contact met verweerder opnam inhoud van de beslissing medegedeeld en aan klager toegekende schadevergoeding aan hem doorbetaald.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 2 april 2012

in de zaak H 157 - 2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klager

 

tegen:

B

 

verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 18 augustus 2012 met kenmerk K, door de raad ontvangen op 19 augustus 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement H de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 februari 2012 in aanwezigheid van verweerder . Klager is niet ter zitting verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Klager is op 27 december 2007 door de politie, met het oog op uitzetting, in bewaring gesteld. Verweerder heeft klager in dezen krachtens een toevoeging bijgestaan. Verweerder heeft op 2 januari 2008 namens klager bij de rechtbank beroep ingesteld tegen de bewaring. Het beroep strekte mede tot toekenning van een schadevergoeding. Op 11 januari 2008 is de bewaring van klager door de Staatssecretaris van Justitie opgeheven, aangezien hij EU-onderdaan is. Door de Staatssecretaris werd een schadevergoeding van € 960, - aangeboden. Tevens heeft de Staatssecretaris zich bereid verklaard de proceskosten te betalen. Het hoger beroep is ter zitting van 14 januari 2008 door de rechtbank behandeld. Verweerder was namens klager ter zitting van de rechtbank aanwezig. De rechtbank heeft bij beslissing van 21 januari 2008 het beroep gegrond verklaard en aan klager een schadevergoeding toegekend van € 960,-, met veroordeling van de Staatssecretaris van Justitie in de proceskosten. Het bedrag van € 960, - is betaald op de derdengeldrekening van verweerder. Verweerder heeft dit bedrag op 30 september 2010 aan klager doorbetaald.

2.2         Bij brief (met bijlagen) van 16 mei 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3                KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder klager gemanipuleerd heeft: hem niet heeft bericht over de schadevergoeding, hem geen afschrift van de beslissing van de I heeft toegestuurd, en de schadevergoeding pas na ruim 2 jaar aan klager heeft overgemaakt. Klager vordert een schadevergoeding van € 2.000, -.

 

3.2         Klager heeft ter onderbouwing van zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

Klager heeft het aanbod van de I, de te ondertekenen vaststellingsovereenkomst en de beschikking van de rechtbank niet tijdig ontvangen. Verweerder heeft de door de rechtbank aan klager toegekende schadevergoeding van € 960,- , die was betaald op de derdengeldrekening van verweerder, pas aan klager doorbetaald nadat deze hem hierover had benaderd.

 

4                VERWEER

4.1         Verweerder veronderstelt dat hij klager wel een afschrift van het beroepschrift heeft toegestuurd. Voor zover hij dat niet heeft gedaan biedt hij daarvoor zijn excuses aan. Verweerder kon klager na diens vrijlating uit bewaring niet meer bereiken. Verweerder beschikte niet over een adres en telefoonnummer van klager. Als klager hierover had beschikt, had hij dit aan verweerder moeten doorgeven en had verweerder klager een afschrift van de beslissing van de rechtbank en overige stukken van zijn zaak, zoals het aanbod van de I tot schadevergoeding, kunnen toesturen. Toen klager in september 2010 weer contact met verweerder opnam heeft hij zich niet gerealiseerd dat klager niet over alle stukken beschikte. Achteraf gezien had verweerder had deze toen, hoewel klager daar niet om verzocht, beter aan klager kunnen toesturen.

4.2         Verweerder heeft destijds niet kunnen reageren op het aanbod tot schadevergoeding van de I omdat niet aan de formaliteiten (een door klager ondertekende verklaring van finale kwijting) kon worden voldaan. Verweerder kon het betreffende formulier niet aan klager toesturen, omdat klager geen vast adres of telefoonnummer had. Verweerder heeft tussen 17 januari 2008 en september 2010 geen contact meer gehad of kunnen hebben met klager. Er was geen beslissing van de I, enkel een aanbod tot schadevergoeding. De rechtbank heeft in de beslissing van 21 januari 2008 het bedrag van het aanbod tot schadevergoeding van de I overgenomen en een bedrag van € 960, - aan schadevergoeding aan klager toegekend.

4.3         Verweerder had pas weer in september 2010 contact met klager. Hij werd toen door klager gebeld. Verweerder heeft tijdens dit telefoongesprek de toegekende schadevergoeding met klager besproken en direct daarna het bedrag aan hem overgemaakt. Verweerder kon de aan klager toegekende schadevergoeding niet eerder overmaken, omdat hij niet eerder over een rekeningnummer van klager beschikte.

 

5                BEOORDELING

5.1         De raad stelt voorop dat aan de tuchtrechter geen bevoegdheid toekomt om aan klager ten laste van verweerder een schadevergoeding toe te kennen.

5.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder onjuist heeft gehandeld, dan wel klager heeft gemanipuleerd, met het doel om de voor klager bestemde schadevergoeding te behouden. Niet gebleken is dat verweerder op de hoogte was van een adres of een telefoonnummer van klager, na diens vrijlating uit bewaring. Aangezien klager pas in september 2010 telefonisch contact met verweerder opnam, was het voor verweerder niet eerder dan op dat moment mogelijk om een afschrift van de beslissing van de rechtbank van 21 januari 2008 aan klager toe te sturen.

5.3          Verweerder heeft klager in september 2010 op de hoogte gesteld van de inhoud van het vonnis van de rechtbank en het bedrag van € 960, - direct aan hem overgemaakt. Hoewel het, zoals verweerder stelt, beter was geweest als verweerder ook een afschrift van de beslissing van de rechtbank aan klager had toegezonden, valt hem tuchtrechtelijk niet aan te rekenen dat hij dit heeft nagelaten, nu hij klager wel direct op de hoogte heeft gesteld van de inhoud van de beslissing van de rechtbank en de toegekende schadevergoeding direct heeft doorbetaald.

5.4          De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande ongegrond verklaren.

 

 

 

 

 

                

BESLISSING

                

                 De raad van discipline:

 

verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, P.A.M. van Hoef, A.L.W.G. Houtakkers en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans – van Opstal als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 april 2012.

 

 

griffier                                                                           voorzitter                                     

 

Deze beslissing is in afschrift op3 april 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-                klager

-                verweerder

-                de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement      

-                de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-                 klager

-                 verweerder

-                 de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch

-                 de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:            a.             Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.                                Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.n l