Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3821

Zaaknummer

R. 3753/11.155

Inhoudsindicatie

Verzet. Geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht. Niet vooraf communiceren dat uurtarief aan indexering onderhevig is, geeft weliswaar blijk van enige onzorgvuldigheid maar levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. Verzet ongegrond.

Uitspraak

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 8 augustus 2011 met kenmerk K224 2010/2011 ij, door de raad ontvangen op 8 augustus 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 23 augustus 2011 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 25 augustus 2011 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij fax van 5 september 2011 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 25 juni 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van:

-     de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-     het verzetschrift van klager d.d. 5 september 2011;

-     de na het verzetschrift door de raad ontvangen brieven van

 17 april 2012 (met bijlagen), 7 juni 2012, 15 juni 2012, 19 juni 2012 (met bijlagen) en 22 juni 2012.

 

 

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    Op verzoek van klager heeft verweerder in mei 2005 de behandeling van twee aandelenlease-kwesties overgenomen.

2.2    Bij brief van 18 mei 2005 heeft verweerder klager een bevestiging van de opdracht doen toekomen. Verweerder heeft aan klager bevestigd dat zijn uurtarief € 205,00 bedraagt exclusief BTW.

2.3    Bij brief van 23 augustus 2005 heeft verweerder nogmaals het overeengekomen uurtarief aan klager bevestigd en dat het door klager opgegeven inkomen boven de grens ligt om voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking te komen.

2.4    Bij brief van 27 mei 2010 heeft verweerder klager bevestigd dat hij geen bijstand meer aan klager zal verlenen. Voorts heeft verweerder klager afschriften van alle declaraties met specificaties doen toekomen.

2.5    Bij brief met bijlagen van 20 juli 2010 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

 

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij:

    -    onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn wijze van declareren en /of onjuist en teveel heeft gedeclareerd, zonder dat het toegezegde resultaat is bereikt;

    -    de behandeling van de zaak niet voortvarend heeft aangepakt;

    -    zonder enige vorm van overleg de behandeling van de zaak heeft overgedragen aan een kantoorgenote, mr. V., die vervolgens tegen de wil van klager heeft getracht met de wederpartij te onderhandelen.

3.3    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat door de plaatsvervangend voorzitter ten onrechte feiten opzij zijn gelegd en is uitgegaan van de stellingen van verweerder.

 

 

4    VERWEER

4.1    Verweerder voert ten verwere aan dat hij de twee aandelenlease-kwesties op verzoek van klager heeft overgenomen na een conflict tussen klager en zijn toenmalige advocaat. Op dat moment was er al een verstekvonnis gewezen waarbij klager, uitvoerbaar bij voorraad, is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 30.000,-. Er is door verweerder verzet aangetekend en met de wederpartij is overeengekomen dat de executie hangende de verzetprocedure zou worden gestaakt. Op het moment dat de zaak voor vonnis stond is de procedure in verband met het faillissement van de wederpartij geschorst. Er is met de curatoren onderhandeld maar geen regeling bereikt. Al met al is er veel tijd in de zaak gestoken, zowel tijdens als na de procedure. Helaas zonder voor klager gunstig resultaat.

4.2    Ten aanzien van het gehanteerde uurtarief stelt verweerder dat dat is geïndexeerd. Per saldo is het uurtarief in september 2009 verlaagd naar € 200,-.

4.3    Ten aanzien van de inschakeling door hem van zijn kantoorgenote mr. V. voert verweerder aan dat zij nimmer de behandeling van de zaak heeft overgenomen. Wel heeft verweerder haar op enig moment en vanwege haar verdergaande specialisatie in toenemende mate, ingeschakeld om hem bij de behandeling van de zaak te assisteren. Voor het inlezen door haar in de zaak zijn aan klager geen uren in rekening gebracht, aldus verweerder.

 

 

5    BEOORDELING

5.1    Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de raad de beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter. Deze beoordeling is afdoende gemotiveerd en alle relevante feiten zijn daarin door de plaatsvervangend voorzitter betrokken.

5.2    De raad merkt daarbij - ten overvloede - wel op dat het niet vooraf aan klager communiceren dat het uurtarief aan indexering onderhevig is, blijk geeft van enige onzorgvuldigheid. Een tuchtrechtelijk verwijt levert dat evenwel niet op.

5.3    Door klager  zijn in het verzet voor het overige geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de plaatsvervangend voorzitter heeft gegeven.

 

 

6    BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door Jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper en C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 augustus 2012.

griffier    voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 augustus 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden/ in het arrondissement ’s-Gravenhage/Rotterdam/Dordrecht

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.