Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-10-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3380

Zaaknummer

M 52 - 2012

Inhoudsindicatie

De advocaat mag er van uitgaan dat de cliënt juiste informatie verstrekt, tenzij er reden voor hem zou zijn om aan de mededelingen te twijfelen. Verweerder hoefde niet aan de mededelingen van zijn cliënte te twijfelen en mocht de zijn cliënte verstrekte informatie in de geschriften opnemen. Het stond verweerder vrij om de rechtbank van de grote zorgen van zijn cliënte in kennis te stellen om mogelijke escalatie ter zitting te voorkomen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 8 oktober 2012

     in de zaak M 52-2012

naar aanleiding van de klacht van:

 

                                        A.

 

                                        klager

 

                                        tegen:

                       

                                         B.

 

                                        verweerder

 

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 13 februari 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 27 augustus 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-          De brief van de deken d.d. 13 februari 2012 en de daarbij gevoegde stukken.

 

 

2        FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder is de advocaat van de ex-partner van klager. Verweerder heeft de ex-partner bijgestaan in diverse procedures. In brieven aan de advocaat van klager en in processtukken heeft verweerder zich grievend over klager uitgelaten. Zo heeft verweerder geschreven dat klager zaken zou hebben verduisterd dan wel gestolen en dat hij verbaal en fysiek gewelddadig was. Voorts heeft verweerder eenmaal de rechtbank van de zorgen van zijn cliënte in kennis gesteld om mogelijke escalatie ter zitting te voorkomen.

3         KLACHT

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in:    

Verweerder, advocaat van de ex-partner van klager, heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt; immers, hij heeft zich schriftelijk en mondeling bediend van onjuiste stellingen; bovendien heeft hij klager onnodig gegriefd; zo heeft hij er onnodig voor gezorgd, dat er parketpolitie bij de zitting aanwezig was, omdat klager gewelddadig zou zijn.

 

4               VERWEER

4.1     De klacht is niet feitelijk onderbouwd. Verweerder is binnen grenzen van het toelaatbare gebleven.Verweerder is in alle geschriften afgegaan op duidelijke en meermaals bevestigde en onderbouwde informatie die hij van zijn cliënte had ontvangen. Verweerder heeft op aandringen van zijn cliënte eenmaal de griffie in kennis gesteld van escalatie gevaar.

         

5        BEOORDELING        

5.1     De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

5.2     Het is in zijn algemeenheid zo dat uitlatingen van de advocaat van een wederpartij als onaangenaam kunnen worden ervaren. Dat betekent echter niet dat die advocaat de grens heeft overschreden van hetgeen hem als advocaat tegenover de wederpartij van zijn cliënt vrijstond.

5.3     De raad overweegt voorts dat in een procedure, maar vooral in een omgangsprocedure, de emoties tussen partijen hoog kunnen oplopen. Alsdan kan een verwoord standpunt van de ene partij de andere partij onaangenaam treffen hetgeen dan weer reacties van die partij oproept.

5.4     De advocaat mag er van uitgaan dat de cliënt juiste informatie verstrekt, tenzij er reden voor hem zou zijn om aan de mededelingen te twijfelen. Niet is komen vast staan dat er voor verweerder een reden was om aan de mededelingen terzake van zijn cliënte te twijfelen. Daarom mocht hij in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte de door zijn cliënte verstrekte informatie in de geschriften opnemen. Kennelijk heeft klager de gemaakte beschuldigingen als grievend ervaren. Dit betekent evenwel niet dat verweerder zich in deze onnodig grievend heeft uitgelaten. De raad stelt vast dat verweerder eenmaal de rechtbank van de grote zorgen van zijn cliënte in kennis heeft gesteld om mogelijke escalatie ter zitting te voorkomen. Een dergelijke handelwijze is niet onbehoorlijk, ook al is deze in de ogen van klager overtrokken of ongefundeerd. Niet staat vast dat verweerder de belangen van klager nodeloos of op een ontoelaatbare wijze heeft geschaad. De raad zal derhalve de klacht als ongegrond moeten afwijzen.

             

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus uitgesproken ter openbare zitting van 8 oktober 2012 door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, E.J.P.J.M. Kneepkens, A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 9  oktober 2012

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-         klager

-         verweerder

-         de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl