Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-05-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2776

Zaaknummer

12-75

Inhoudsindicatie

Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft in opdracht van zijn cliënte beslag mogen leggen onder klager. Het verwijt dat verweerder misbruik van recht heeft gemaakt door onjuistheden te verklaren tegenover gerechtelijke instanties heeft klager onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Over het feit dat verweerder voor klager en zijn ex-echtgenote in 2003 een echtscheidingsconvenant heeft opgesteld kan klager in 2011 niet meer klagen. Verweerder heeft in het belang van zijn cliënte een procedure aanhangig mogen maken waarbij verlenging van de door klager te betalen partneralimentatie is gevraagd.

Uitspraak

Beslissing van 16 mei 2012

in de zaak 12-75

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

advocaat te [plaats]

De voorzitter van de raad van discipline heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem van 19 april 2012 met kenmerk K 12/15, door de raad ontvangen op 20 april 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

Klager is gehuwd geweest. Verweerder staat zijn ex-echtgenote terzijde.

Op verzoek van klager is de echtscheiding uitgesproken. Op [….] 2003 is de echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. In het kader van de echtscheidingsprocedure is de door klager te betalen partneralimentatie bij beschikking van [….] 2003 bepaald op € 2.268,90 per maand.

Verweerder heeft ten behoeve van zijn cliënte en klager een convenant opgesteld dat is ondertekend op [….] 2003. In de considerans van het convenant is opgenomen dat de door klager te betalen partneralimentatie ingevolge de wet in duur is beperkt tot de duur van het huwelijk en dat de alimentatieplicht na ommekomst van de wettelijke termijn van rechtswege eindigt.

Bij beschikking van [….] 2007 heeft het gerechtshof te Arnhem geoordeeld dat met de duur van het huwelijk het tweede huwelijk van klager en zijn ex-echtgenote wordt bedoeld.

Voorts heeft het hof geoordeeld dat algehele beëindiging van de alimentatie niet van de vrouw kan worden gevergd en de door de man te betalen partneralimentatie met ingang van [….] 2006 bepaald op € 1.032,- per maand.

Nadien is opnieuw over de door klager te betalen partneralimentatie geprocedeerd. Met ingang van [….] 2010 is de partneralimentatie bepaald op € 1.141,22 per maand.

KLACHT

Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt door:

1. bij klager en zijn huidige echtgenote beslagen te laten leggen waarvan hij op voorhand wist dat deze onrechtmatig waren en geen doel zouden treffen.

2. stelselmatig misbruik van recht te maken door onjuistheden te verklaren tegenover gerechtelijke instanties en door gelden die bestemd waren voor zijn cliënte gedeeltelijk aan hemzelf te doen toekomen.

3. ten behoeve van klager en zijn ex-echtgenote – zijn cliënte – een gezamenlijk echtscheidingsconvenant op te stellen, door hen te laten ondertekenen en vervolgens, in strijd met de in het convenant opgenomen bepalingen en de aldaar vastgelegde finale kwijting, namens zijn cliënte tegen klager te procederen om gemaakte afspraken open te breken.

TOELICHTING VAN KLAGER OP ZIJN KLACHT

Verweerder heeft hem onnodig op kosten gejaagd door de ten onrechte gelegde beslagen op zowel roerende als onroerende zaken terwijl hij wist dat deze beslagen tot niets zouden leiden. Aldus heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan misbruik van recht.

In 2003 is hij opnieuw gehuwd. Omdat hij een eigen bedrijf heeft is hij op huwelijkse voorwaarden gehuwd.

Het is verweerder bekend dat de inboedel in zijn huis op naam van zijn vrouw staat. Desalniettemin heeft hij zowel in 2009 als thans beslag op de inboedel laten leggen. Ook is het verweerder bekend dat de waarde van zijn huis lager is dan de op de woning rustende hypotheekschuld(en) en dat zijn vrouw voor de helft eigenaar is van de woning. Desalniettemin heeft verweerder in 2007 en thans beslag gelegd op zijn woning. Voorts heeft verweerder ten onrechte beslag laten leggen op de bankrekening van zijn vrouw alsmede op rekeningen van hem waarop geen saldo stond. De gelegde beslagen hebben niets opgeleverd.

Ook heeft verweerder beslag gelegd bij zijn voormalige werkgever. Hij heeft toen een bedrag van € 36.000,- geïncasseerd, terwijl hij volgens de uitspraak van de voorzieningenrechter maar driemaal € 1.032,- had mogen incasseren.

Ten onrechte heeft verweerder de door hem geïnde bedragen niet volledig doorbetaald aan zijn cliënte.

Verweerder heeft in strijd met het door hem zelf opgestelde convenant gehandeld door een procedure tot verlenging van de partneralimentatie aanhangig te maken.

Zulks in strijd met de gedragsregels.

In 2006 heeft zowel verweerder als zijn ex-echtgenote gelogen in de rechtszaal door aan te voeren dat zijn ex-echtgenote nooit heeft gewerkt en niet kan werken, terwijl zij al vanaf 2004 in dienst was van een juwelier. Tevens heeft verweerder gelogen over het bedrag dat hij uit hoofde van de verdeling aan zijn ex-echtgenote heeft betaald.

VERWEERDER HEEFT HET VOLGENDE AANGEVOERD

Hij heeft een groot aantal procedures gevoerd voor zijn cliënte. In de meeste van deze procedures is klager bijgestaan door een advocaat.

In 2003 is op verzoek van klager de echtscheiding uitgesproken. Daarbij is bepaald dat klager een bedrag aan alimentatie aan zijn ex-echtgenote moet betalen. Tot in hoogste instantie is geprocedeerd over de alimentatie. Vanaf medio 2006 is klager in gebreke gebleven de alimentatie te betalen. Op uitdrukkelijk verzoek van zijn cliënte is aan de deurwaarder verzocht de in kracht van gewijsde gegane beschikking(en) te betekenen en te executeren. Dit is deels gelukt. Zijn cliënte heeft expliciet opgegeven op welke bezittingen van klager beslag diende te worden gelegd. Zijn cliënte heeft de alimentatie dringend nodig voor haar levensonderhoud. Klager is op huwelijkse voorwaarden gehuwd met zijn huidige echtgenote en heeft bezittingen op naam van zijn huidige echtgenote gezet om verhaal van zijn ex-echtgenote illusoir te maken. Dit heeft geleid tot verschillende procedures waarbij klager in het ongelijk is gesteld. Klager had de executiemaatregelen kunnen voorkomen door de alimentatie te betalen. Hij heeft slechts de belangen van zijn cliënte gediend.

Klager heeft zijn klacht te laat ingediend.

BEOORDELING

De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder als advocaat van klagers tegenpartij. Voorop staat dat ook naar vaste rechtspraak van het hof van discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de tegenpartij van de klager ervan moet worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënte te behartigen op de wijze, die hem - in overleg met zijn cliënte - passend voor komt. De wederpartij zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen over de wijze van belangenbehartiging kunnen beklagen. Voor de tuchtrechter staat daarbij de wijze waarop de advocaat de zaak behandelt slechts ter beoordeling voor zover de advocaat zich bij die behandeling jegens de wederpartij heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarvan is de voorzitter in de onderhavige klachtzaak niet gebleken.

Ten aanzien van klachtonderdeel 1:

Vast staat dat de gerechtelijke instanties klager één en andermaal hebben veroordeeld alimentatie aan zijn ex-echtgenote te betalen en dat klager vanaf 2006 de door hem verschuldigde partneralimentatie niet of niet volledig heeft voldaan. Daarom was het de taak van verweerder als advocaat van de ex-echtgenote van klager de deurwaarder opdracht te geven tot betekening en executie van de beschikking(en) waarbij de alimentatie was bepaald. Tegen een onrechtmatig gelegd beslag heeft klager kunnen opkomen bij de burgerlijke rechter. Dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel 2:

Het verwijt dat verweerder stelselmatig misbruik van recht heeft gemaakt door onjuistheden te verklaren tegenover gerechtelijke instanties heeft klager onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd en is om die reden kennelijk ongegrond. Dit deel van klachtonderdeel 2 is kennelijk ongegrond.

Over het al dan niet doorbetalen van bedragen, die klager aan verweerder heeft betaald ten behoeve van zijn ex-echtgenote, kan klager niet klagen omdat hij daardoor niet rechtstreeks in zijn belangen is getroffen. Dit deel van klachtonderdeel 2 is kennelijk niet-ontvankelijk.

Ten aanzien van klachtonderdeel 3:

Het echtscheidingsconvenant is op [….] 2003 ondertekend door klager en zijn ex-echtgenote. Door zich pas bij brief van [….] 2011 daarover te beklagen heeft klager te lang gewacht met het indienen van zijn klacht. Daarom is hij op dit punt niet-ontvankelijk.

Ter behartiging van de belangen van zijn cliënte heeft verweerder een verzoek tot verlenging van de door klager te betalen alimentatie mogen indienen. Het verwijt dat verweerder in strijd met de bepalingen in het convenant en de daarin opgenomen finale kwijting heeft gehandeld om de gemaakte afspraken open te breken is kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Klachtonderdeel 1 is kennelijk ongegrond. Klachtonderdelen 2 en 3 zijn deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch voorzitter, met bijstand van mr. A. Huber als griffier op 16 mei 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 16 mei 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem

-  de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten te ‘s-Gravenhage