Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3284

Zaaknummer

MB 30-2012

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Geen algemene gedragsrechtelijke regel die voorschrijft dat advocaat op eerste verzoek van cliënt afschrift van zijn declaratie(s) dient toe te sturen. Weigering om afschrift te sturen zou op basis van de omstandigheden van het geval tuchtrechtelijk verwijtbaar kunnen zijn. In casu echter niet. Klagers hadden originele declaraties vergezeld van specificaties ontvangen, hadden tegen de declaraties niet geprotesteerd en ter zake de openstaande declaraties waren betalingsregelingen getroffen, die echter niet werden nagekomen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 2 juli 2012

     in de zaak MB30-2012

naar aanleiding van de klacht van:

 

                                        A en B

                                        klagers

                                        gemachtigde:

 

                                        C

 

 

                                        tegen:

 

                                        D

 

                                        verweerder          

 

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 25 januari 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement X de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 21 mei 2012 in aanwezigheid klagers en hun gemachtigde en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-          de brief van de deken d.d. 25 januari 2012 en de daarbij gevoegde stukken.

 

2        FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Verweerder heeft klagers bijgestaan in een (verloren) zaak in hoger beroep en daarvoor aan klagers declaraties gestuurd. Ter zake de openstaande declaraties is een tweetal betalingsregelingen getroffen, welke klagers niet zijn nagekomen. Omdat door een brand in het bedrijfspand van klagers hun administratie (waaronder de declaraties van verweerder) verloren is gegaan, hebben zij via hun toenmalige raadsman verweerder tot tweemaal toe verzocht al zijn declaraties nogmaals aan hen te doen toekomen. Verweerder heeft dit aanvankelijk geweigerd. Eerst nadat de deken in zijn dekenstandpunt had kenbaar gemaakt dat verweerder de afschriften van de declaraties aan klagers diende te verstrekken, heeft hij dat gedaan.

 

3        KLACHT

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in:    

Verweerder heeft klagers bijgestaan in een (verloren) zaak in hoger beroep en daarvoor aan klagers declaraties gestuurd. Omdat door een brand in het bedrijfspand van klagers hun administratie (waaronder de declaraties van verweerder) verloren is gegaan, hebben zij via hun toenmalige raadsman verweerder tot tweemaal toe verzocht al zijn declaraties nogmaals aan hen te doen toekomen. Verweerder heeft dit geweigerd, hetgeen volgens klagers een advocaat niet betaamt.

 

4               VERWEER

4.1     Verweerder is van mening dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klagers hadden geen belang bij het ontvangen van afschriften van de declaraties daar zij de verschuldigdheid van de gedeclareerde bedragen gaaf en onvoorwaardelijk hadden erkend. Er is geen geschil over de declaraties. Verweerder doet, bij gebreke van betaling van de openstaande declaraties, terecht een beroep op zijn opschortingsrecht. Van verweerders kantoor kan niet worden verlangd dat, waar zijdens klagers tot tweemaal toe een uiterst redelijke betalingsregeling niet werd nagekomen, aan alle verzoeken van klagers, zonder dat zelfs de moeite wordt genomen om daarbij enig belang te omschrijven, gehoor wordt gegeven.

                     

5        BEOORDELING

5.1     De raad overweegt dat geen algemene gedragsrechtelijke regel bestaat die voorschrijft dat een advocaat op eerste verzoek van een cliënt een afschrift van een declaratie dient toe te sturen. Het enkele feit dat verweerder aanvankelijk heeft geweigerd om afschriften van de declaraties aan klagers toe te sturen en dit eerst na ontvangst van het dekenstandpunt heeft gedaan, betekent derhalve nog niet dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

5.2     Op basis van de omstandigheden van het specifieke geval zou een dergelijke weigering kunnen leiden tot de conclusie dat de advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, doch van dergelijke omstandigheden is in casu niet gebleken. Uit de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, blijkt dat klagers de originele declaraties vergezeld van specificaties van verweerder hebben ontvangen, dat zij tegen de declaraties vervolgens niet hebben geprotesteerd, en dat ter zake de openstaande declaraties betalingsregelingen zijn getroffen, welke echter niet door klagers werden nagekomen. Onder die omstandigheden kan verweerder van zijn weigering naar het oordeel van de raad geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.

5.3     De raad komt tot de slotsom dat de klacht ongegrond moet worden verklaard.

             

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. E.P. van Unen, voorzitter, mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers, P.J.W.M. Theunissen, J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 juli 2012

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 juli 2012      

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-         klagers

-         verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Middelburg

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-         klagers

-         verweerder

-         de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Middelburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl