Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-11-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2012:15

Zaaknummer

115a/11

Zaaknummer

115b/11

Inhoudsindicatie

Klager dient een klacht in tegen verweerster en haar toenmalig kantoorgenoot. Hij  vindt dat verweerster zijn zaak niet deskundig en te traag heeft behandeld. Zij was te onervaren. Hij verwijt bovendien haar toenmalige kantoorgenoot verantwoordelijk te zijn voor deze gang van zaken. Deze laatste klacht is naar het oordeel van de raad ongegrond. De toenmalig kantoorgenoot van verweerster heeft geen werkzaamheden voor klager verricht.

Inhoudsindicatie

De klacht tegen verweerster is eveneens ongegrond. Voor zover verweerster zelf de expertise miste, heeft zij een deskundige ingeschakeld. Klager heeft niet voldoende aangetoond dat de trage behandeling van de zaak zozeer aan verweerster te verwijten viel,dat haar daarvan tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt.

Uitspraak

Beslissing van 30 november 2012

in de zaak 115a/11 en 115b/11

naar aanleiding van de klachten van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

1. mr. [    ]

verweerster

2. mr. [    ]

verweerster

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 5 december 2011 met kenmerk 010/011 KL 047, door de raad ontvangen op 6 december 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden de klachten ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klachten zijn behandeld ter zitting van de raad van 12 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweersters. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    In november 2007 is klager een VOF aan gegaan met zijn toenmalige levenspartner. In de loop van 2008 is het tot een breuk gekomen tussen de partners/vennoten. Voor de financiële afwikkeling van de vennootschap heeft klager zich tot verweerster 2 gewend. Deze opdracht is bij brief van 2 juli 2008 bevestigd.

2.3    Verweerster heeft klager op 19 mei 2009 naar een financieel expert verwezen. In juli 2010 hebben klager en verweerster 2 afgesproken, dat klager een accountantsrapport aan verweerster zou toezenden. Klager heeft bij e-mailbericht van 31 oktober 2010 financiële gegevens aan verweerster verstrekt en haar gevraagd een procedure aan te spannen. Verweerster heeft bij brief van 10 november 2010 aan klager verzocht de door de expert gevraagde financiële gegevens aan haar toe te zenden. Op 6 januari 2011 heeft een gesprek tussen klager en verweersters plaats gevonden.

2.4    Bij brief met bijlagen van 4 maart 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweersters.

 

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweersters tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

3.1   Verweerster 1

        verweerster verantwoordelijk is voor de slechte gang van zaken.

3.2   Verweerster 2

a)    verweerster te traag heeft gehandeld. Met name het advies om niet te gaan procederen is te laat gegeven.

b)    Zij onervaren en ondeskundig blijkt te zijn.

3.3    Ter onderbouwing van de klacht voert klager aan, dat hij na meer dan 2 jaar te horen kreeg, dat de door hem aan verweerster 2 voorgelegde problematiek niet haar expertisegebied was, hoewel zij voordien had aangegeven dat ze ervaring had met dit soort kwesties. Hij heeft tot vijf maal toe verweerster verzocht een procedure aan te spannen tegen zijn ex-partner/vennoot.

3.4    Klager twijfelt ook aan de interpretatie door verweerster 2 van een door de wederpartij aangeleverd accountantsverslag. Ook de door klager ingeschakelde accountants hadden geen begrip voor het optreden van verweerster 2.

 

4    VERWEER

Verweerster 1

4.1    Verweerster begrijpt de tegen haar gerichte klacht niet. Zij staat nog steeds achter het door haar en verweerster geformuleerde advies aan klager om niet te procederen.

Verweerster 2

4.2    Verweerster begrijpt dat klager teleurgesteld is. Kennelijk is er sprake van miscommunicatie.

4.3    Verweerster heeft op basis van de beschikbare gegevens de afweging gemaakt of er geprocedeerd zou moeten worden. Zij achtte dit niet opportuun. Omdat het haar verantwoordelijkheid is, heeft zij dit advies aan klager gegeven. Zij heeft hem ook geadviseerd een andere advocaat in te schakelen als hij toch wilde procederen.

 

5    BEOORDELING

Verweerster 1

5.1    De raad is van oordeel dat de klacht tegen verweerster 1 ongegrond is. Klager heeft niet aangetoond, dat verweerster werkzaamheden voor hem heeft verricht. Zij heeft slechts per brief van 14 februari 2011 klager het standpunt van haar kantoorgenote uiteengezet en daaraan toegevoegd dat zij dit standpunt deelde. De raad ziet hierin geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

Verweerster 2

Ad klachtonderdeel a)

5.2    De raad heeft geconstateerd, dat er inderdaad een groot tijdsverloop zit tussen het verstrekken van de opdracht aan verweerster in juli 2008 en haar advies aan klager in december 2010 om af te zien van een procedure tegen zijn ex-partner/vennoot. Verweerster heeft op dit punt aangevoerd, dat zij klager heeft gevraagd om de ingeschakelde financieel deskundige relevante gegevens te verstrekken. Dit is niet of onvoldoende gebeurd. Toen klager in november 2010 uiteindelijk met een eigen rapport kwam, heeft verweerster direct daarop haar advies om niet te gaan procederen aan klager kenbaar gemaakt.

5.3    De raad is op grond hiervan van oordeel dat klager onvoldoende heeft aangetoond dat het lange tijdsverloop geheel en al aan verweerster te verwijten valt. De raad is van oordeel, dat verweerster op dit punt geen tuchtrechterlijk verwijt te maken valt. Dit onderdeel van de klacht is daarom ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.4    Verweerster heeft klager voorgesteld een financieel deskundige in te schakelen. Dit is in mei 2009 met zijn instemming gebeurd. Daarmee heeft klaagster, voor zover haar de nodige deskundigheid ontbrak, zorg gedragen voor een adequate oplossing. De raad acht dit onderdeel van de klacht daarom eveneens ongegrond.

 

BESLISSING

De raad van discipline is van oordeel dat zowel de klacht tegen verweerster 1 als de beide onderdelen van de klacht tegen verweerster 2 ongegrond zijn.

 

Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, P.H.F. Yspeert, A.D.G. Bakker, E. van Asselt - Pronk, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 november 2012.

 

 

griffier                                       voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 3 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweersters

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl